Duitsland 1932. Komedie van Carl Froelich. Met o.a. Carl Jöken, Lee Parry, Lizzi Waldmüller, Johannes Riemann en Adele Sandrock.

VPRO Cinema

De tenor Rudolf Niemeyer (J[KA3]oken) krijgt een engagement in het hertogdom Liebenstein, waar hem de titel `Kammers[KA3]anger` beloofd is. De enige voorwaarde van de hertogin (Waldm[KA3]uller) is dat hij ongetrouwd moet zijn. Aangezien hij dat niet is, laat Niemeyer zijn vrouw thuis en doet zich in Liebenstein als vrijgezel voor. De hertogin die eigenlijk met prins Bernhard zou trouwen, wordt verliefd op hem. Wanneer zijn vrouw onverwachts verschijnt en zich voor zijn zuster uitgeeft, zorgt dat voor komische verwikkelingen. Aan het slot wordt alles opgehelderd, de hertogin krijgt de prins (Riemann) en Niemeyer krijgt de felbegeerde titel. Een zangfilm, zoals die er destijds vele waren. Deze keer met 'Kammersänger' Carl Jöken in de hoofdrol. Grootmeester Carl Froelich zorgde ervoor dat de film amusant bleef en niet onder de middelmaat bleef steken.