Met autootjes vol hightechfotoapparatuur legt CycloMedia uit Zaltbommel niet alleen de openbare ruimte in Nederland vast, maar ook in wereldsteden als Londen, New York en Parijs. Daar wordt het nooit meer ‘technisch weer.’

‘Nee, honden en poezen worden door ons niet geblurd,’ zegt Bart Verhoeven lachend, ‘alleen gezichten en kentekens. Over huisdieren staat ook niets in de privacywet.’ We zijn in Zaltbommel en de marketingmanager van CycloMedia neemt alle tijd om de VPRO Gids te woord te staan. Dit beeldbedrijf is relatief onbekend en dat is eigenlijk best raar, want het komt elk jaar wel een keertje bij je langs. Die flitsbezoekjes komen ook nooit onverwacht en worden altijd aangekondigd met advertenties in huis-aan-huisbladen onder de vrolijke kop: 'CycloMedia gaat foto’s maken in uw gemeente!' Inclusief uitroepteken, dat klinkt als iets waar je bij moet zijn.

Hoewel openbare ruimte gratis is, zijn gemeenten en het kadaster niet de enige partijen die willen betalen voor buitenbeeld

Vergelijkbaar met de komst van de schoolfotograaf en als die je school bezoekt gaat de kam ’s ochtends een keer extra door het haar. De advertentie kan dan ook makkelijk gelezen worden als aansporing om de ramen te lappen en de stoep schoon te vegen. Staan je huis en straat er net even wat beter op. Maar daar is de aankondiging natuurlijk niet voor bedoeld. Met kleinere letters worden ingezetenen op doel en juridische status van deze straatfotografie gewezen. Het Zaltbommelse bedrijf maakt foto’s in elke straat en dat om de vijf meter. Zo wordt de openbare ruimte, inclusief uw huis, digitaal in beeld gebracht. Dat doet men onder meer voor gemeenten, provincies, verzekeraars en politie. Voor particulieren werkt men niet. Die kunnen op hun scherm met het bekende Google Streetview naar buiten kijken. Dat is gratis, maar minder actueel. Bovendien is de beeldkwaliteit lager dan die van StreetSmart, het systeem van CycloMedia.

Hoewel openbare ruimte gratis is, zijn gemeenten en het kadaster niet de enige partijen die willen betalen voor buitenbeeld

Foto-auto's

Puntenwolken

Die beelden, inmiddels beslaat de collectie meer dan 150 miljoen stuks, worden niet gemaakt door satellieten, maar door opvallende camera’s op kleurrijke Fordjes. Daarvan rijden er overdag dertien door Nederland, tenzij het regent, sneeuwt of net heeft gesneeuwd. Voor de operatoren achter het stuur heeft het werk wel wat weg van computerspel Pac-Man. Zij volgen een routekaart met daarop om de vijf meter een rood bolletje. Dat wordt bij het passeren groen en zo wordt het hele land ‘dichtgereden’.

Op de positie van elk bolletje worden zonder te stoppen, en bij snelheden tot maar liefst 120 kilometer per uur, vijf foto’s genomen. Links, rechts, voor, achter en omhoog. Op zich vrij simpel, maar niet als je die vijf beelden naadloos wil combineren tot een parallaxvrije panoramafoto waarin je 360 graden kunt rondkijken. Dan moeten ze allemaal exact vanaf hetzelfde punt gemaakt worden. Best lastig met een rijdende auto en dat is precies de rocket science waar CycloMedia patent op heeft.

Meerijden in een foto-Fordje is helaas niet mogelijk, zegt Verhoeven. ‘Voor passagiers is geen plek omdat de auto’s helemaal volgepropt zitten met technische apparatuur.’ Daaronder sinds vorig jaar ook een laserscanner om zogeheten puntenwolken te maken. Een nieuwigheidje waarmee diepte kan worden toegevoegd aan de platte foto. Handig, want daarmee wordt bijvoorbeeld het berekenen van afstanden een fluitje van een cent. Twee keer klikken op een foto volstaat. Opmerkelijk is dat alle opnamen niet via de digitale snelweg vanuit de Ford naar Zaltbommel gaan, maar over de A2.

‘De harde schijven worden per koerier verstuurd omdat de bestanden te groot zijn om digitaal te verzenden.’ Pas sinds de invoering van privacywet avg in mei 2018 is het wettelijk verplicht dat gezichten en kentekens worden geblurd. Dat gebeurt automatisch en ingenieuze software onderscheidt kentekenplaten van andere rechthoekige, gele vlakken met zwarte letters. Dat gebeurt door op de context te letten. Alleen als die twee wielen bevat wordt er geblurd. Zo blijven de gele plaatjes met typekenmerken op elektriciteitskasten leesbaar. Ook voor die ogenschijnlijke saaie verzameling is een markt.

Auto van CycloMedia

Belastinginkomsten

Dat hadden de bollebozen van de tu Delft allemaal niet kunnen voorzien toen een paar van hen dertig jaar geleden met CycloMedia begonnen. Zij zagen landmeters van het kadaster aan het werk en dachten: dat kan misschien wel efficiënter. Met een auto bijvoorbeeld, die om de vijf meter stopt en een foto maakt. Zo gezegd, zo gedaan, al zorgden de constant stoppende camerawagens uit de beginjaren voor de nodige ergernis bij andere weggebruikers.

Nu hoeft er niet meer gestopt te worden, heeft CycloMedia bijna 200 werknemers, kantoren in drie landen en werd het vorig jaar voor meer dan zeventig miljoen euro doorverkocht. Jaarlijks worden meer dan een half miljoen foto’s bekeken. Vooral het kadaster is grootgebruiker. In Nederland is alle openbare ruimte al in beeld gebracht en de lijst met buitenlandse steden die wordt of al is dichtgereden, groeit in hoog tempo. Daarop staan onder meer Londen, Parijs, Keulen, New York en Istanbul. Ook het aantal geïnteresseerden neemt toe, omdat er met algoritmes steeds meer en specifiekere informatie uit de beelden is te halen.

Want software om te blurren kan natuurlijk ook andersom worden ingezet. Om bijvoorbeeld alle lantaarnpalen, zonnepanelen of verkeersborden in kaart te brengen en te inventariseren. Verhoeven: ‘De meeste gemeenten weten niet hoeveel lantaarnpalen ze hebben. Dat is lastig als je daar een onderhoudscontract moet afsluiten en offertes wil aanvragen. Dan heb je geen sterke onderhandelingspositie.’ Hetzelfde geldt ook voor verkeersborden. ‘We weten niet alleen waar ze staan, maar ook wat het type is. Dus wat ze betekenen. Kijken blijft de basis, maar data-analyse wordt steeds belangrijker.’ Gemeenteambtenaren gebruiken de beelden ook voor het berekenen van de woz. ‘Men kan nu achter het bureau heel snel op het scherm door een straat lopen en kijken waar wat is aan- of opgebouwd. De controle is goedkoper en het genereert extra belastinginkomsten.’

Hoewel openbare ruimte tot op zekere hoogte van iedereen is, en gratis bovendien, zijn gemeenten en het kadaster allang niet meer de enige partijen die bereid zijn om te betalen voor buitenbeeld. Het aantal afnemers groeit. Provinciale overheden controleren zo de staat van hun wegennet, politiekorpsen de snelste aanrijroute en voor arrestatieteams is het van levensbelang om vluchtwegen te kennen voordat men overgaat tot een ‘instap’. Verzekeraars verhogen of verlagen de premie na een digitale schouw van het verzekerde vastgoed. Ongetwijfeld zullen er altijd bomen illegaal gekapt blijven worden, maar dat blijft minder vaak onopgemerkt. En bij geschillen kan een gekapte boom digitaal weer rechtop worden gezet. Ook de rijdende rechter hoeft straks de deur niet meer uit.

Villa VPRO door CycloMedia

Pedestrian ramps

De buitenlandse markt groeit snel, met name in Amerika. New York wordt zelfs twee keer per jaar dichtgereden en dat is niet zonder reden. Met de software uit Zaltbommel worden namelijk ook de pedestrian ramps in New York toegankelijk gehouden. Deze minihellingen, waar rolstoelgebruikers de stoep op- of afrijden, moeten aan wettelijke normen voldoen wat betreft hellingshoek en breedte. Verhoeven: ‘Wij brengen al die opgangen in kaart met puntenwolken, meten en keuren ze. Met de ramps die niet voldoen gaat de gemeente daarna aan de slag.’ Fijn voor de rolstoelers en ook voor de gemeenten. Want gezien de claimcultuur in de Verenigde Staten verdient tijdig onderhoud van knelpunten zich snel terug.

Alle foto’s, de data, blijven altijd eigendom van de makers. Mede daardoor is het verdienmodel bijna net zo ingenieus als de techniek waarmee hun beelden worden gemaakt en geanalyseerd. Want als in opdracht van een gemeente, of het nu Londen, Keulen of Parijs is, de lokale openbare ruimte wordt vastgelegd, krijgt CycloMedia er een enorme set data bij. Die is betaald, maar (deelverzamelingen) worden weer verkocht aan verzekeraars, bouwbedrijven en energiemaatschappijen. Een win-winsituatie, maar niet voor iedereen. Kantoorpersoneel dat op een mooie dag opeens nodig op werkbezoek of inspectie moet, heeft tegenwoordig een heel goed verhaal of excuus nodig. ‘Technisch weer’ wordt het nooit meer.