Een man heeft een elektrische fiets van zijn buren gekocht. Na enige tijd gaat de accu kapot, de fiets doet het niet meer. Er ontstaat ruzie over de koop, de zaak komt bij De rijdende rechter, een belangrijk programma als je wil weten in welk gekkenhuis je beland bent.

Een man heeft een elektrische fiets van zijn buren gekocht. Na enige tijd gaat de accu kapot, de fiets doet het niet meer. Er ontstaat ruzie over de koop, de zaak komt bij De rijdende rechter, een belangrijk programma als je wil weten in welk gekkenhuis je beland bent. Ik kies altijd in een te vroeg stadium partij, als ik alleen nog maar mijn intuïtie ter beschikking heb, een slecht instrument als het om het recht gaat. Aanvankelijk gaat mijn sympathie naar de buurvrouw, maar als zij tegen de rechter zegt dat zij niet naast haar opponent wil zitten, kies ik partij voor de man die de fiets met de gare accu gekocht heeft. Hij hoeft niet als een oorlogsmisdadiger behandeld te worden, het is een onbenullige tientjeszaak, er is niet gemarteld, er heeft geen bloed gevloeid. Maar het hoogtepunt van deze farce is de getuigenis van de ex-vrouw van de man. Zij vertelt de rechter dat ze zes jaar met de fietskoper getrouwd is geweest en dat het een beste man is als je hem niets in de weg legt, maar als hij zijn zin niet krijgt... Haar bloed kookt. De man verliest de zaak, maar hij draagt zijn lot als een stoïcijn. Als de Marcus Aureliuspenning zou bestaan, zou ik die hem persoonlijk willen overhandigen.