De poten van een caravan uitdraaien, dat doe ik vaak, ik heb al veertig jaar een caravan. Het gepruts is altijd hetzelfde, het is saai, ik houd ervan.

De poten van een caravan uitdraaien, dat doe ik vaak, ik heb al veertig jaar een caravan. Het gepruts is altijd hetzelfde, het is saai, ik houd ervan. Het inpakken, de reis, het uitpakken, daar gaat het om – wat ik op de camping moet doen, weet ik niet, ik loop een beetje rond, ik wacht op het vertrek.
Omroep Max vertoont een serie over oude mensen die met hun caravan groepsgewijs door Hongarije en Roemenië trekken. Heel saai, er gebeurt niets, ik kijk met belangstelling. De televisierecensent van de Volkskrant schrijft tot mijn verbazing dat er 1,1 miljoen mensen zijn die naar dit programma kijken, hij verklaart dit grote aantal door de beleefdheid van de deelnemers, volgens hem is het geen afzeiktelevisie, Gordon is buiten beeld.
Ik vraag mijn buurman, landbouwer, of hij Zomergasten heeft gezien. Nee, daar kijkt hij niet naar, dat vindt hij zo saai. De gasten zijn toch heel verschillend, zeg ik. Kan zijn, zegt hij, maar allemaal saai.
Volgens mij is het hoopgevend dat meer dan een miljoen mensen naar een saai en beleefd caravanprogramma kijken. Het maakt ons volk grillig en onvoorspelbaar.
Vanavond zag ik nog een katholiek raadslid van de pvv in een evangelisch praatprogramma, hij had zich bekeerd tot de islam. Hij wrong zich in alle bochten, ik genoot. Ik geloof dat ik echt een Nederlander ben.