Een man met kennis van de sociale werkelijkheid vertelt het verhaal van een vrouw die een rolstoel nodig heeft. De ambtenaar die haar aanvraag behandelt ontdekt dat ze 177 Facebookvrienden heeft.

Een man met kennis van de sociale werkelijkheid vertelt het verhaal van een vrouw die een rolstoel nodig heeft. De ambtenaar die haar aanvraag behandelt ontdekt dat ze 177 Facebookvrienden heeft. Hij reageert negatief op de aanvraag met het argument dat er altijd wel een van die vrienden is die haar kan helpen. Dit is geen verzonnen voorbeeld, dit is waar gebeurd, het was op de televisie. De participatiemaatschappij in werking, de gemeente gaat de zorg beheren met weinig specialistische kennis en te weinig geld. Een professor in de zorgtechniek ziet het somber in, in het nieuwe jargon moeten zwakke en onzekere mensen hun eigen kracht ontdekken, dan komt alles goed. Het beleid wordt ontwikkeld volgens de filosofie van denkers als Emile Ratelband. Als je maar schreeuwt dat je iets kunt, dan kun je het ook. Dat noemen ze positief denken. Op speciale bijeenkomsten schreeuwen dikbuikige huisvaders dat ze de honderd meter in tien seconden zullen gaan lopen. Dit is recreatie, het woord hoeft niets meer te betekenen, je gaat naar huis en je denkt nooit meer aan de honderd meter. De vrouw van de rolstoel mompelt: ik moet in mijn kracht gaan leven.