Ik kan niet ontkennen dat de ouderdom nadelen heeft, maar ik weet toch ook een voordeel. Je kunt je een overzichtelijke tijd herinneren waarin een socialist een socialist was, een katholiek een katholiek, een liberaal een liberaal, een protestant een protestant. Tegenwoordig is dat anders, bij Knevel en Van den Brink treden bijvoorbeeld dezelfde gasten op als bij Pauw en Witteman.

Ik kan niet ontkennen dat de ouderdom nadelen heeft, maar ik weet toch ook een voordeel. Je kunt je een overzichtelijke tijd herinneren waarin een socialist een socialist was, een katholiek een katholiek, een liberaal een liberaal, een protestant een protestant. Tegenwoordig is dat anders, bij Knevel en Van den Brink treden bijvoorbeeld dezelfde gasten op als bij Pauw en Witteman. 

Nico Dijkshoorn houdt erg van Bob Dylan. Dat komt hij vertellen bij Knevel en Van den Brink, het gaat hem meer om de teksten dan om de muziek. Hij is erg enthousiast en legt uit waarom bepaalde teksten zo goed zijn. Knevel (of Van den Brink) vraagt of Dylan ook zwakke nummers heeft gemaakt. Dijkshoorn vertelt dat die ontstonden in de periode dat de zanger in de Heer was. Zijn liedjes hadden toen een hoog eo-gehalte: saai, langzaam, slijmerig, eendimensionaal. Gelukkig werd alles weer pittiger toen het weer wat slechter met hem ging.

Knevel en Van den Brink lachen hartelijk bij deze woorden. Dit soort onechte vrolijkheid is kenmerkend voor het ideaal van de netmanagers die tegenwoordig in Hilversum het heft in handen hebben.