Kun je alles zeggen in deze tijd van alles zeggen? In 'De nachtzoen' zag ik een mooie aarzeling van Diederik van Vleuten. Hij praatte over de middelvinger en het korte lontje, het stond hem niet aan.

Kun je alles zeggen in deze tijd van alles zeggen? In De nachtzoen zag ik een mooie aarzeling van Diederik van Vleuten. Hij praatte over de middelvinger en het korte lontje, het stond hem niet aan. De kankeraars begrepen niet dat we het heel goed hebben, ons land staat in de top van bijna alle lijstjes. Het geklaag staat los van de realiteit, het is een gewoonte, het is tijdverdrijf. ­Annemieke Schrijver vroeg of we misschien een crisis nodig hebben, tegenslag? Hij bewoog zich in zijn makkelijke stoel, zijn lichaam sprak (lichaamstaal!).

Ik keek gespannen naar het scherm, ik had een sterk vermoeden dat hij het zou gaan zeggen. Hij deed het, hij zei: ‘Een goeie oorlog zou niet verkeerd zijn.’ Zijn lichaam sprak weer, ik zag het, hij was te ver gegaan.

In een andere Nachtzoen zat Erik de Vlieger. Hij deed aan filterloze communicatie. Hij gaf antwoord op iedere vraag en loog nooit. Leugens kon hij niet onthouden, de waarheid vergat hij nooit.

Een curieuze keuze voor een ondernemer, maar onbruikbaar voor dichters, over wie altijd verteld wordt dat ze de waarheid liegen.