Vijftig kilometer langs de barre kustlijn lopen over grote, gladde stenen – twee dagen. Daarna terug met de helikopter – twintig minuten. Floortje Dessing in Nieuw-Zeeland, aan het einde van de wereld. De mensen die ze bezoekt, wonen er al dertig jaar. Ze hebben het koud en warm, ze hebben twee kinderen die in de bewoonde wereld zijn gaan wonen, ze vangen vis en ontdoen doodgeslagen opossums van hun huid.

Vijftig kilometer langs de barre kustlijn lopen over grote, gladde stenen – twee dagen. Daarna terug met de helikopter – twintig minuten. Floortje Dessing in Nieuw-Zeeland, aan het einde van de wereld. De mensen die ze bezoekt, wonen er al dertig jaar. Ze hebben het koud en warm, ze hebben twee kinderen die in de bewoonde wereld zijn gaan wonen, ze vangen vis en ontdoen doodgeslagen opossums van hun huid. Allemaal interessant, maar het irriteert me dat de man voornamelijk het woord voert, ik heb het idee dat de vrouw dit barre leven wel achter zich wil laten, ze vraagt een keer of de camera even uit kan, en aan het einde van de reportage laat ze zich ontvallen dat ze ermee ophouden als de man het wil.

Je bent natuurlijk altijd overgeleverd aan de maker, maar soms zie je door een kier iets wat je niet mag zien, en dan voel je je de gemanipuleerde sul op de divan die je niet wilt zijn. En daardoor krijgen die twee dagen ploeteren en vooral die twintig minuten in de helikopter een geheimzinnige betekenis.

Als de televisie al lang zwart is geworden, zit ik nog steeds uit het veld geslagen te kijken.