Aan het begin van dit jaar vraagt de cpnb of ik korte verhalen wil verzamelen voor een boekje dat in november door de bibliotheken aan hun klanten wordt uitgedeeld.

Ik word uitgenodigd in De wereld draait door, waar Matthijs van Nieuwkerk me vraagt hoe ik het ga aanpakken. Dat weet ik nog niet, ik ben zorgeloos, tussen mij en november liggen nog negen maanden, een ademtocht en een eeuwigheid tegelijk. Hij vraagt me met klem Herman Pieter de Boer niet te vergeten. Op 28 oktober zit ik weer bij hem aan tafel, hij heeft het boekje in de hand, hij kijkt me verslagen aan, ik kijk nietsvermoedend terug, hij zegt: ‘Herman Pieter de Boer staat er niet in.’ Ik voel me zo bedrogen door mijn hoofd dat ik zelfs geen tijd heb voor een leugen, ik heb dus niets anders dan de waarheid, ik zeg: ‘Vergeten.’

Hiermee heb ik groot succes bij mijn buurman Leo Beenhakker, die een boek over zijn leven heeft geschreven (een schelmenroman), maar die door Matthijs van Nieuwkerk en zijn tafelheer vooral wordt ondervraagd over ‘doos 13’, waarin alle papieren zitten die betrekking hebben op acht fatale weken in de samenwerking tussen de trainer en het nationale elftal. Beenhakker heeft doos 13 buiten zijn boek gelaten en wil dat zo houden. Over mij zegt hij: ‘Die man heeft alles teruggevoerd tot de basis van het leven: vergeten.’

Na deze ontmoeting met de eerste voetbaltrainer die ik ooit een hand heb gegeven, neem ik me voor ‘doos 13’ in mijn vocabularium te introduceren. Het wordt de schuilplaats van de namen en begrippen die mij even (of voor eeuwig) zijn ontschoten. Bijvoorbeeld de naam van een schrijver die ik in de jaren zestig ontdekte en hevig bewonderde, Joop Waasdorp. In het jaar 2015 verbleef hij echter in doos 13.

Gelukkig ontmoette ik bijtijds iemand die mij vroeg of ik wel gedacht had aan Waasdorp. Een felle schok, vergeten. Ik opende de doos op tijd, hij staat in het boek. Dit had ook kunnen gebeuren met Herman Pieter de Boer, maar ik spreek Matthijs van Nieuwkerk zelden. Wij wonen weliswaar in dezelfde streek, maar als ik hem zie, is hij altijd in de verte aan het hardlopen langs een bosrand. Het is een sportieve man.