Ik was van plan naar Linda te kijken, omdat iemand me verteld had dat zij dagelijks twee uur twee mensen interviewde en dat ze dat erg goed deed.

Maar ik zag er vanaf toen Jean-Pierre Geelen in de Volkskrant schreef dat het zo saai was dat de reclameblokken welkome onderbrekingen werden.

Toen ik las dat de rijdende rechter overstapt naar sbs 6, dacht ik: die zie ik dus nooit meer. Het duurde een paar seconden voor ik begreep waarom ik dat dacht, terwijl het toch voor de hand ligt: ik kijk nooit naar de commerciëlen. En dat heeft niets met principes te maken, ik heb gewoon genoeg aan twee zenders, dat kan ik behappen. En het is ook geen toeval dat het de oudste zenders zijn, Nederland 1 en 2 – ze hoeven van mij ook niet voortdurend van naam te veranderen. Het zijn de ankers van mijn avond, ze leveren de portie nieuws en cultuur die ik nodig heb, en ik ken ze al vijftig jaar. Het is niet te verdedigen, zoals mijn voorkeur voor appels boven peren niet te verdedigen is.
Als ik naar omroep Max kijk, heb ik wel altijd een vaag vermoeden dat het een verdwaalde commerciële zendgemachtigde is, met veel gevoel voor de stem van het volk, maar ik verdiep me er niet in, want ik kom er toch niet achter hoe het allemaal in elkaar zit. In een recent Max-programma werd gediscussieerd over ons opvoedklimaat, het woord was aan de vrouwen.
Natuurlijk was er de welgestelde dame die haar vier kinderen op één middag van vioolles naar hockey naar koor naar ballet naar zwemles bracht, en in de tussentijd ook nog eigenhandig een boek schreef – haar man bevond zich vaak in het buitenland. Respect, diep respect (van mij).
Maar er was ook een vrouw met een zachte g, die haar dochtertje met haar nieuwe jonge hondje een meter buiten de poort had laten spelen. Een buurjongetje had het hondje verdronken in een nabije fontein. De vox populi liet zich horen: de moeder was een ontaarde lellebel die haar kind binnen de poort had moeten houden, het jongetje moest verdronken worden, vergelding. Drie kwartier discussie.

Bij Kijken in de ziel vertelde de rijdende rechter dat hij het volk kent. Hij was opgegroeid in een volkswijk, waar zijn stiefvader een café had. Bij ruzies gingen de ruiten er regelmatig uit. Toch eens naar de rechter bij sbs 6 kijken.