Peter R. de Vries is te gast bij Pauw.

Daar maakt hij ruzie met Hero Brinkman, een andere gast. Het lijkt een echte ruzie te zijn, maar ik weet het niet zeker. In het geschreeuw suggereert Brinkman dat De Vries geld krijgt voor zijn aanwezigheid. Ook hier weet ik niet zeker of ik het wel goed begrijp.
De volgende dag is Peter R. de Vries weer aanwezig bij Pauw. Hij krijgt inderdaad geld, hij legt uit waarom. Hij is een zelfstandige zonder personeel, hij komt niet zomaar voor de gezelligheid, hij wordt gevraagd, hij doet onderzoek, het geld komt hem toe. Pauw mompelt dat hij inderdaad geld verdient met zijn optreden.
Adriaan van Dis is er ook. Hij heeft de Constantijn Huygens Prijs gekregen, tienduizend euro. Hij legt uit dat hij schrijft om zichzelf te ontdekken. Pauw vraagt aan enkele aanwezigen of ze de boeken van Van Dis lezen. Ze zeggen allemaal ja, behalve Peter R. de Vries. Die zegt dat in de boeken die hij leest altijd een lijk moet voorkomen. Daarmee lijkt hij te bedoelen dat hij alleen echt-gebeurde-lectuur leest.
Adriaan van Dis legt hem uit dat je voor de diepe waarheid en de originele werkelijkheid bij de literatuur moet zijn. De Vries
zit erbij alsof hij het in Keulen hoort donderen.

Het boeddhisme komt ook ter sprake. Een man uit Friesland heeft een boek geschreven over yoga. Hij is een meester, hij heeft een paar volgelingen meegenomen die hem prijzen omdat hij nuchter en begrijpelijk is.
De actrice Nadja Hüpscher vertelt over de zweverige varianten van yoga. Ze heeft in een witte tent gezeten waar de deelnemers het advies kregen alles van zich af te zetten. Als je aandrang krijgt een wind te laten, moet je ’m niet inhouden.
De sfeer is heel ernstig – als men winden in de witte tent laat, wordt er door niemand gelachen. De zweverigheid zit hem in de ernst. Dit alles is niet het geval bij de man uit Friesland. Daarom zijn ze zo tevreden over hem.
Gerard Spong en Adriaan van Dis doen ook aan yoga. De winden in de witte tent vormen het hoogtepunt van deze aflevering van Pauw.