Iemand die al vijftig jaar zijn vader of moeder of zijn eerste meisje zoekt – de televisie, de verhalen, de finale ontmoeting op de stoep van de kathedraal op het grote plein van Recife.

Deze programma’s bekijk ik vaak, hoewel ze allemaal hetzelfde zijn. Het overgrote deel eindigt hoopvol, en dat is waarschijnlijk wat ik ook zoek, als een struikelende ezel. De hoop, als enige achtergelaten in de doos van Pandora. Maar nu zag ik een zwarte variant, waarvan ik erg schrok. Ook een ontmoeting op een plein, Deventer, niet ver van huis. De vader en de zoon die elkaar daar ontmoeten, hebben elkaar tien jaar niet gesproken. De zoon, Eus, herkent zijn vader, de vader kent zijn zoon niet meer. De vader is in 1941 geboren in Turkije, de zoon noemt hem een oude man. De ontmoeting is geen eenmalige apotheose, de zoon is in Deventer geboren, hij zegt: ‘Ik zie hem wel eens op de markt.’
Hij is de schrijver Özcan Akyol, hij heeft zijn tweede roman geschreven, Turis, de naam van zijn vader. Hij doet de doos open. De vader is een volstrekt geïsoleerde figuur, hij heeft geen vrienden, hij spreekt geen Nederlands, hij is analfabeet, hij is vaak dronken, hij is een vechtersbaas, hij bedriegt zijn vrouw, hij bezoekt bordelen. Bij deze lamentatio is het doodstil geworden aan de tafel bij De wereld draait door. De schrijver vertelt dat hij als een schim uit het bewustzijn van zijn vader is verdwenen. Iemand vraagt met ongeloof of hij ook niet weet dat zijn zoon op dit moment op de televisie is. Nee, hij kijkt nooit naar de Nederlandse televisie – als hij kijkt, is het naar een soap op het Turkse net. De schrijver zelf heeft tijdens het maken van het boek ontdekt dat zijn vader een totaal oninteressant personage is, een bruut zonder geheimen, plat als een dubbeltje, narcistisch gestoord. Maar door het schrijven heeft hij ook ontdekt dat hij op zijn vader lijkt, hij kan niet ontkomen aan de wetten van de genetica. Het enige wat hem rest, is zijn zelfkennis. Hij zal ervoor zorgen dat zijn dochter, die op het punt staat geboren te worden, over twintig jaar niet een soortgelijk boek over hem zal schrijven. De hoop, onuitroeibaar.