Soms zit ik verkrampt voor de televisie, er dreigt iets te gebeuren wat ik niet wil zien.

Eva Jinek ontmoet Henk Rubingh, die bevriend is met Jaap van Zweden. Van Henk Rubingh heb ik nooit gehoord, Jaap van Zweden is wereldberoemd. Eva Jinek heeft Henk Rubingh uitgenodigd, omdat Jaap van Zweden als dirigent benoemd is bij het New York Philharmonic, een beroemd orkest. Henk zit aan tafel bij Eva, Jaap zit aan de telefoon in Amerika. Henk en Jaap spelen viool, ze hebben elkaar ontmoet op een muziekkamp in Woudschoten, Henk was veertien, Jaap negen. Ze zijn nog steeds bevriend, maar zien elkaar niet vaak meer. Als ze elkaar bij toeval eens ontmoeten, gaat hun laatste gesprek van jaren geleden naadloos verder, de haperende tijd bestaat niet in deze duurzame vriendschap. Dit vind ik fijn om te horen, ik wil probleemloos leven, ik zit ontspannen op de bank. Jaap vertelt telefonisch aan Eva dat hij zich trots voelde toen hij hoorde dat hij in New York de uitverkoren kandidaat was. Niet alleen voor zichzelf, ook voor zijn familie en zijn land. Ik merk dat ik bij dat laatste een instemmend gevoel heb, ik voel me trots als iemand in Brazilië opmerkt dat Van Gogh mooie schilderijen heeft gemaakt en dat Cruijff de beste voetballer van de twintigste eeuw was. Ik koester me in het licht van hun roem.
Maar nu komt het moment van de twijfel, zelfs van de angst. Eva heeft Jaap aan de telefoon en vertelt hem dat Henk Rubingh ook aan tafel zit. Mijn angst is dat een halve seconde van stilte een eeuw zal duren en dat Jaap in die eeuw zal vragen wie dat is, Henk Rubingh. Maar dat gebeurt gelukkig niet, van de miljoenen kijkers ben ik de enige met dit soort particuliere fobieën. Jaap spreekt de hoop uit nog eens met zijn vriend op het podium te staan.
Mart Smeets is ook te gast. Hij is van mening dat Donald Trump genegeerd moet worden, omdat we aan hem zo duidelijk kunnen zien dat we geen normen en waarden meer hebben. Na dit gezegd te hebben mompelt hij dat hij een hele rechtse oude man geworden is. Hij vertelt ook nog dat Bob Dylan Françoise Hardy na een concert in Parijs op zijn slaapkamer heeft uitgenodigd, en dat ze gegaan is. ‘Je kunt het opzoeken,’ roept hij, als er iemand twijfelt aan dit verhaal.
Dat heb ik gedaan, ze is inderdaad naar zijn slaapkamer gegaan. Maar hij heeft alleen een paar liedjes voor haar gespeeld.