Ik ken een man die het niet prettig vindt zijn naam hier te lezen. Daarom noem ik hem Jaap Ixs.

Hij is bijzonder, omdat hij geen televisie of computer heeft, geen krant leest en nooit naar de radio luistert. Hij is geen zwerver, maar een keurige man van tweeënzeventig jaar. Hij woont in een goed onderhouden, vrijstaand huis met een flinke tuin die hij zelf zonder hulp bijhoudt. Hij kookt elke avond voor zichzelf, leest geschiedenisboeken en speelt sinds zijn jeugd piano. Hij is twaalf jaar met pensioen, heeft een vriendin en behoort tot de kleine groep mensen die niets weet van de strijd om het presidentschap van de Verenigde Staten.
En juist daarom bezoek ik hem, ik wil hem verrassen met de nieuwe positie van de leugen. Ik ben niet naïef, ik weet dat de leugen onvermijdelijk is en juist in religieuze kringen, waar zij hard bestreden wordt, onoverwinnelijk. Ik vertel hem dat Donald Trump, een zeer rijke ondernemer, tegen alle verwachtingen tot de laatste twee is doorgedrongen. Hij wordt beschouwd als de stem van de onderklasse en beweegt zich van kansloos naar kansrijk. De twee pijlers van zijn retorica zijn grove beledigingen en controleerbare leugens. In het recente tv-treffen met zijn tegenstander, Hillary Clinton, zaten passages waarin na hun opmerkingen meteen het stempel ‘waarheid’ of ‘leugen’ verscheen.
Trump loog veel vaker dan Clinton. Maar het bijzondere in deze campagne is nu dat het niets uitmaakt, de leugen heeft haar onderscheidingswaarde verloren. Voor een miljoenenpubliek is Trump met dit wapen niet te verslaan. Om de massa’s te begrijpen, moeten er nieuwe wetten worden ontdekt. Trump zal ze niet openbaren.
Jaap Ixs glimlacht, ik heb hem waarschijnlijk niets nieuws verteld.