‘Wij zijn christenen, ik heb een engel op mijn schouders gehad.’

Dit hoorde ik toen ik de televisie had aangezet. Mijn eerste reactie: alweer de EO, oh God, altijd die EO.
Maar ik vergiste me, ik keek naar Opsporing verzocht. Er was een man aan het woord die in Enschede op miraculeuze wijze aan de dood was ontsnapt. Het was na middernacht, hij was uit geweest met zijn vrienden, hij liep naar zijn auto, ging achter het stuur zitten en wachtte even zonder het te weten op het noodlot. Het was een man die naast de auto kwam staan en vanaf zeer korte afstand zes of zeven schoten loste, allemaal raak. Er werd geen vitaal onderdeel geraakt, hij overleefde. De politie wil weten wie de dader is, ik kan niet helpen, ik woon niet in Enschede. Ik ben wel getroffen door de details van de aanslag. Het slachtoffer is een man van vaste gewoonten, hij gaat regelmatig met zijn vrienden op stap. Hij zet zijn auto altijd op dezelfde stille parkeerplaats en hij loopt er na afloop van de avond altijd in zijn eentje naartoe. Daar komt nog iets bij dat de grenzen van de waarschijnlijkheid nadert. De politewoordvoerder vertelt dat zich een man heeft gemeld die bijna dezelfde naam heeft en een auto van hetzelfde merk en type. Bovendien maakt hij gebruik van dezelfde parkeerplaats. Het is mogelijk dat de schutter deze man op het oog had.
Ik heb een vriend die uit een ouderwets atheïstisch geslacht stamt. Dat betekent in zijn geval dat God nooit ter sprake kwam, niet bij wijze van spreken, letterlijk: nooit. En ook in de Bijbel heeft hij nooit een letter gelezen. Hij kijkt wel naar Opsporing verzocht, hij vraagt waarom christenen zich altijd bekend maken. Ik leg hem uit dat Jezus, de zoon van God, daarvoor de basis heeft gelegd. Hij heeft gezegd: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven, buiten mij is geen waarheid. ‘