A.L. Snijders over het doffe gevoel van de teleurstelling.

Er staan veel boeken in mijn kast die ik niet gelezen heb, maar De kinderen van Calais heb ik wel gelezen. Het is geschreven door Lara Taveirne. Ik zag in de tv-gids dat ze op woensdag 5 december om elf uur ’s avonds gast was in Winteruur, een literair programma van Wim Helsen. Het duurt tien minuten en wordt uitgezonden op Canvas. De gast leest een klein stukje tekst voor en spreekt daarover met de gastheer.

In dit geval praatte de gast over haar naam Lara. Haar ouders hadden haar zo genoemd omdat ze in de ban waren van Dokter Zjivago. Dit boek van Boris Pasternak verscheen in 1957 en viel niet in de smaak bij de machthebbers. Het mocht in Rusland niet verschijnen en de schrijver had het na deze beslissing niet makkelijk. Het boek werd naar het Westen gesmokkeld en in Italië uitgegeven. Talloze landen volgden en vervolgens kreeg het de Nobelprijs voor de Literatuur, die de schrijver niet mocht ophalen. De autoriteiten beschouwden het toekennen van de prijs als een belediging van de communistische regering.

In Hollywood werd een prachtige film gemaakt, die ook goed in de prijzen viel. Het is een roman over de liefde en Lara is een hoofdpersoon. Lara Taveirne vertelde aan Wim Helsen dat ze een keer in de rij stond om een boek te laten signeren door Joke van Leeuwen, en dat ze dan op de vraag naar haar naam ‘Lara’ zou antwoorden.

Joke van Leeuwen zou meteen weten dat het om de minnares van dokter Zjivago ging, er zou wederzijdse herkenning zijn, er zouden zich nieuwe horizonten openen. Maar Joke van Leeuwen zette zwijgend haar naam in het boek en knikte al met een kort, stug knikje naar de volgende klant. De teleurstelling was even groot als de vervlogen hoop op toenadering.

Ik vroeg me af of mij ooit iets dergelijks was overkomen. Mijn herinnering liet zich niet onbetuigd. In een opwelling had ik voor mijn oudste zoon in een sjieke motorzaak een prachtige, Italiaanse snelbrommer gekocht, weliswaar tweedehands, maar als nieuw. Zo had ik zelf van mijn vader onverwacht een prachtige zeilboot gekregen, een BM zestienkwadraat. Daardoor had zich in mij het idee genesteld dat zulke gebaren goed voor de onderlinge verhoudingen waren en bij de opvoeding hoorden.

Kort daarna reed mijn zoon naar Amsterdam en leende daar zijn brommer voor een ritje uit aan een oudere neef. Die trok door zijn wilde rijstijl de aandacht van een politieagent en werd aangehouden. De brommer bleek gestolen en werd plompverloren aan de eerdere eigenaar teruggegeven.

Het is zo lang geleden dat ik niet weet waarom ik hier geen zaak van heb gemaakt, maar het doffe gevoel van teleurstelling kan ik nog steeds moeiteloos oproepen.