A.L. Snijders zag zijn gastvrijheid op de proef gesteld worden.

Ik heb kennissen die mij onverwacht bezoeken, met de auto, met de fiets,
lopend. Meestal staat de deur open en komt de gast binnen zonder dat ik het merk. Het is zelfs gebeurd dat ik in de kelder iets repareerde en twee uur later in de huiskamer iemand aantrof die in mijn fauteuil zat, mijn jenever dronk, een sigaar uit mijn doos rookte en naar de televisie keek die hij zelf had aangezet.

Het was elf uur in de morgen, naar mijn mening te vroeg voor deze dingen. Hij was er al een uur en had niet de moeite genomen mij te verwittigen. Ik had weinig geslapen en was door het hakken en boren in de kelder niet frisser geworden. Als hij er niet was geweest, was ik een uurtje naar bed gegaan of had de fauteuil daarvoor gebruikt. Een uurtje slapen overdag heeft hetzelfde effect als twee uur in de nacht. Ik heb al mijn kennis over deze dingen uit de krant en van de tv. Ik heb ongetwijfeld wel eens geweten hoe dit verschil te verklaren is, maar dat ben ik vergeten, ik heb gemerkt dat het waar is, en dat is genoeg.

Ik zei tegen m’n gast dat hij niet meer mocht drinken, ik zou zwarte koffie voor hem maken, hij was met de auto. Als hij een zwaar ongeluk zou veroorzaken, zou de politie mijn jenever en dus mij betrekken bij het onderzoek. Niemand zou geloven dat ik erbuiten stond.

Hij dronk twee koppen koffie en vertelde iets over een vrouw die hij op de televisie had gezien. Ze had een boekje geschreven over haar ervaringen met borstkanker. Ze waarschuwde iedereen die in zo’n situatie belandt geen dokter op voorhand te geloven, maar altijd een second opinion te vragen. Dat had zij meermalen gedaan, ze had de dokter die uiteindelijk het juiste advies had gegeven, meegenomen – hij mocht ook op de televisie.

Ik vroeg hem waarom hij mij dat vertelde. Hij zei dat assertiviteit een zeer belangrijke eigenschap was in deze tijd, waarin de kenniskloof snel groeide, het kon levens redden. ‘Valt het vanzelfsprekende gebruik van jenever en sigaren ook onder assertiviteit?’ vroeg ik. ‘In zekere zin wel,’ zei hij, ‘ik heb het als proef gedaan, jij bent duidelijk niet assertief genoeg.’

Ik antwoordde dat ik mijn gastvrijheid testte door mijn woede in te houden. Maar toen hij later weg reed over het pad had ik toch zin een kras op z’n auto te maken.