Ik ben in Amsterdam op bezoek bij Jan Draaisma, die in de Leidsestraat woont. Dat is de buurt waar ik vroeger ook woonde.

Na mijn verhuizing naar de Achterhoek bezoek ik hem onregelmatig. Deze keer is hij zwartgallig door het gedrag van zijn buurman, een gepensioneerde zeekapitein. Die man had een delicaat huwelijk met een vrouw die hem uitsluitend had gekozen om haar ouders te ontvluchten. Het was het beste geweest als ze alleen was gebleven, maar ze wist niet hoe ze haar geld op een fatsoenlijke manier moest verdienen. De zeekapitein kwam als geroepen. Ook hij had geen idee wat het huwelijk eigenlijk inhield. 

En dat bleef zo omdat hij nooit de tijd kreeg om erachter te komen, de meeste tijd was hij op zee en in vreemde havens. Toen hij gepensioneerd werd, kwam de waarheid aan het licht, dit was een nephuwelijk. Ze verliet het huis en hertrouwde met een man die geduldig in de coulissen had gewacht. De zeekapitein wachtte een zwaarder lot, hij verloor z'n verstand, tot groot verdriet van Jan Draaisma, die het zag gebeuren. De zeekapitein werd overrompeld door de televisie, zijn enige tijdverdrijf, zijn enige band met de buitenwereld. 

Had hij maar een kat of een hond gehad, geheimzinnige dieren die de illusie voeden dat ze van ons afhankelijk zijn, dat wij ze begrijpen, dat ze van ons houden. De zeekapitein was altijd eenzaam geweest in de buurt van dolfijnen en walvissen. Aanvankelijk ging hij alleen naar buiten om zijn hoofd te koelen na een opwindende tv-avond, waar dingen gebeurden die hij niet kon begrijpen, maar later nam hij het draagbare apparaat mee om voorbijgangers te tonen uit welke bron hij zijn kennis haalde. 

Bij mijn laatste bezoek zegt Jan Draaisma dat hij graag zou zien dat de kapitein een dubbelganger zou hebben. Ik ben verbaasd. Hij zegt: 'Een aforisme van Stanislaw Jerzy Lec. "Een dubbelganger hebben, zelfmoord op hem plegen en onder zijn naam verder leven – wat een mogelijkheden van de schizofrenie!"'