Over onzekerheid en het autoriteitsargument.

Mijn vriend Thomas von der Dunk schreef onlangs: ‘Toch schrijf ik erover – als historicus ben je bij uitstek geëquipeerd om over plaatsen en personen te oordelen die je nooit in het echt hebt gezien.’

Over onzekerheid en het autoriteitsargument.

                               Mijn vriend Thomas von der Dunk schreef onlangs: ‘Toch schrijf ik erover – als historicus ben je bij uitstek geëquipeerd om over plaatsen en personen te oordelen die je nooit in het echt hebt gezien.’

In het verleden heeft Von der Dunk ook al beweerd dat hij als historicus bepaalde dingen mag. Wat precies weet ik niet meer.

Ik vind de neiging van Von der Dunk om de lezer er steeds weer aan te herinneren dat hij een historicus is ontroerend. Hij lijkt te vrezen dat zijn lezer dat vergeet, dat de lezer gaat denken: dat mag je niet zeggen, Thomas, je bent geen historicus.
Stelt u zich een tandarts voor die tegen de patiënt zegt: ‘Ik ga uw gaatje nu vullen. Dat mag ik, want ik ben een tandarts.’

Ook ontroerend, toch vrees ik dat ik niet lang bij zo’n tandarts zou blijven. Een tandarts die mij ervan moet overtuigen dat hij tandarts is, lijkt mij een charlatan. Waarmee ik niet wil zeggen dat Von der Dunk een charlatan is. Hooguit dat sommige onzekerheid in praktijk niet te onderscheiden is van charlatanerie.

                                Een tijd geleden zei een ober in een Italiaans restaurant in New York dat ik frequenteerde: ‘We hebben een gastkok uit Sicilië, hij maakt dingen die onze kok niet mag maken.’

Ik vroeg uiteraard wat dat voor gerechten waren. Het antwoordde luidde: ‘Siciliaanse gerechten.’

De gerechten waren heerlijk, de kok kwam nog even langs. Hij leek verdacht veel op de reguliere kok, maar dat kan mijn paranoia zijn.

Niet lang daarna ging het restaurant failliet.

Of Siciliaanse gerechten alleen door Siciliaanse koks mogen worden bereid lijkt mij de vraag. Niettemin lijkt het me fantastisch ooit in een restaurant te horen te krijgen: ‘We hebben een gastkok, een historicus, hij maakt dingen die onze reguliere kok niet mag maken.’

Uiteraard zal ik dan proeven. Een mens wil toch niet sterven zonder ooit een kannibaal te zijn geweest?