Als de schrijver ook maar in de geringste mate succes heeft, wordt hij voor van alles en nog wat gevraagd.

De taak van de schrijver bestaat bij die gelegenheden uit het voor het voetlicht brengen van iets: zijn werk, zichzelf, zijn verleden en toekomst. Steeds meer schrijvers volgen mediatraining. Daar kun je schande van spreken, maar het fenomeen verdient veeleer analyse dan veroordeling.

Iemand als Gerard Reve, die inzag dat kunst handel is en dat riep toen velen dat nog een schande vonden, begreep dat de journalist een middel is, een hindernis waar het paard overheen moet. 

Hierbij mediatraining voor beginners:

1. Zorg ervoor dat u uw verhaal in tien seconden, tien minuten en tien uur kunt vertellen. De versie van tien seconden is het moeilijkst.

2. Niemand zit te wachten op normale mensen. Vertel bijvoorbeeld: ‘Altijd als ik een blauwe muur tegenkom, moet ik mijn neus daar tegenaan duwen. Ik heb dit al sinds mijn jeugd.’ Werk dit verhaal uit, zodat u er tien seconden, tien minuten en tien uur over kunt praten. Maar de abnormaliteit moet ook weer niet te groot zijn. Dat vinden mensen eng. Geen seks dus met dieren, kinderen, lijken of bejaarden.

3. Het Amerikaanse levensverhaal kan op Europese leest worden geschoeid, dus een misstap in het verleden, vervolgens het berouw, pogingen om alles goed te maken en het gelukkige leven nadien. De Europese variant luidt: geen gelukkig leven nadien. Europeanen houden niet van andermans geluk. Ook niet van het eigen geluk trouwens.

4. Zorg ervoor dat u altijd romantisch én herkenbaar klinkt. Zeg dus: ‘Ik houd zielsveel van mijn man, ook al komt hij te vroeg klaar.’ Dit herkent de gemiddelde Nederlander en die zal denken: wat prachtig dat ze desondanks zoveel van haar man houdt.

5. Trap met veel enthousiasme open deuren in. Zeg bijvoorbeeld regelmatig: ‘Ik heb schijt aan racisten.’

6. Naast de gebruikelijke anekdotiek ook hier en daar algemene uitspraken in de trant van: ‘Je kunt zeggen wat je wilt, maar het leed van André Hazes was authentiek.’