Mensen hebben verlangens. Die kunnen niet altijd worden vervuld en dat doet soms pijn.

Vandaar dat wijzen, de stoïcijnen bijvoorbeeld of sommige oosterse religies, reclame maken voor het opgeven van al je verlangens. Een tendens die je overigens ook in de Bijbel kunt vinden, in Prediker bijvoorbeeld.
Geef uw verlangens op en u zult gelukkiger zijn. Dat is bekend.
Wat zorgt ervoor dat het verlangen onvervuld blijft?
Het subject dat zichzelf niet toestaat het verlangen te vervullen.
Het object dat het verlangen niet kan of wil bevredigen.
Omstandigheden. Vrouw verlangt naar buurman, maar buurman is bezig aan een wereldreis.
Er zijn de concrete verlangens: een broodje makreel, een warme douche, een schoon bed. En er zijn metafysische verlangens: geluk, liefde en andere toestanden van tevredenheid.
Beide soorten verlangens, dat hebben de stoïcijnen goed gezien, kunnen nooit definitief worden bevredigd. Wie vandaag naar een broodje makreel verlangt, verlangt er morgen wellicht weer naar.
Geluk en liefde zijn geen toestanden die voortduren. Misschien bestaan er mensen die andere ervaringen hebben, ik had sterk de indruk dat bijvoorbeeld Leo Vroman in een universum leefde waarin geluk en liefde stabiel en alomtegenwoordig waren, maar zijn biografie nuanceert dat geluk toch weer.
Toch lijkt het me evident dat de afwezigheid van alle verlangens ook een vorm van lijden is.
Dus hoe moet je je verhouden tot je eigen verlangen, wetend dat het zowel een bron van lijden als van geluk kan zijn?
Zoals Eva zich verhield tot de slang in het paradijs.
Het verlangen moet zijn best doen, het moet hard werken om het subject te overtuigen dat het de moeite waard is, maar dan dient het subject ook in de appel te bijten. Dat moment is het geluk.
Het subject gelooft dat het nu gaat beginnen, het ware leven, het betere leven.
Wat volgt is het tegenovergestelde: de verdrijving uit het paradijs. Het verlangen wordt niet vervuld, maar vernietigd. De vervulling van het verlangen is de vernietiging ervan.
Deze ontluistering is het ware doel van het verlangen, want de ontluistering is het zaadje van het nieuwe verlangen.
Zoals de rups een vlinder wordt, zo wordt de ontluistering verlangen.