Een korte verhandeling over gewoonte en gewenning.

1. Omdat wij niet over alles kunnen nadenken – dat zou ook onleefbaar zijn – doen wij de meeste dingen uit gewoonte. Wij doen de dingen omdat wij ze nu eenmaal doen. We ontbijten met een bord pap of met yoghurt of met een boterham met kaas. Zelden zal men zich afvragen: wat zal ik vandaag eens ontbijten? Hooguit misschien op vakantie als men in het hotel voor een buffet staat, maar zelfs dan is de kans groot dat men teruggrijpt op oude gewoontes.

2. Het huwelijk is, zoals Kant beweerde, het wederzijds gebruik van elkaars geslachtsdelen, maar het is vooral ook gewoonte. Dat de scheiding bestaat, geeft aan dat mensen ook genoeg krijgen van gewoontes, hoewel dat in praktijk vaak betekent dat ze de ene gewoonte voor een andere inwisselen.

3. Zogenaamd geestdodend werk is meer en meer overgenomen door robots en nu zal ook het minder geestdodende werk door robots worden overgenomen. Alleen al dat is een indicatie dat werk in zijn algemeenheid een kwestie van gewoonte is. Een robot is een gewoontedier dat vooralsnog minder last heeft van zijn gewoontes dan de mens.

4. Dwangneuroses zijn minder geaccepteerde gewoontes. Controleren of het gas uit is, is goed. Twintig keer controleren of het gas uit is, is een dwangneurose. Ieder mens heeft recht op een paar dwangneuroses, maar van dat recht hoef je natuurlijk geen gebruik te maken.

5. Gewenning is acceptatie van datgene wat eerst nauwelijks of niet acceptabel leek. Het huwelijk kan een kwestie van gewenning zijn. De maatschappij is weinig anders dan een groot vehikel dat vaart op gewenning. Gewenning en assimilatie gaan goed samen; men went aan zijn eigen transformatie.

6. Rouw is verzet tegen gewenning.

7. Wie zichzelf wil beschrijven, zou zijn belangrijkste gewoontes moeten opsommen. Welke gewoontes zijn het meest typerend voor u? In de gewoonte ontdekt men – enkele uitzonderingen daargelaten – zijn eigen gebrek aan uniciteit, maar dat hoeft geen ramp te zijn. Het meeste went, en dat is maar goed ook. De onmogelijkheid aan dingen te wennen, leidt dikwijls tot verdriet, soms tot depressie. Zie ook punt 6.

8. Vreemdelingenhaat is eveneens verzet tegen gewenning. Daarin lijkt die haat een beetje op rouw.