Arnon Grunberg met een korte verhandeling over de dubbele moraal.

1. De dubbele moraal is de hoeksteen van de samenleving. Men zegt a en men doet stiekem b. Men zegt bijvoorbeeld roddelen vreselijk te vinden en roddelt er vervolgens vrolijk op los. Nee, niet iedereen doet aan dubbele moraal, maar gezien de onoverwinnelijke menselijke ondeugden en de eisen die de maatschappij c.q. het beschavingsproces aan ons stelt, is een zekere hoeveelheid dubbele moraal onontbeerlijk. Zij is en blijft ons glijmiddel.

2. Ik bejubel de dubbele moraal, maar ook de dubbele moraal kan worden overdreven. Wie consequent verklaart dat overspel zondig is en dat de zondaars gestenigd moeten worden, maar ondertussen zelf overspelig blijkt te zijn, ja, die vraagt om een weerwoord.
 
3. Mensen oordelen en veroordelen graag, dat oordeel hoeft niet te worden uitgesproken. Slik het oordeel zo vaak mogelijk in. Het inslikken van het oordeel draagt bij aan de leefbare dubbele moraal, oftewel een leefbare samenleving. Eerst de dubbele moraal omarmen en daarna het humanisme, dát is de juiste volgorde.

4. In de huidige maatschappij lijkt er nauwelijks verschil te bestaan tussen het bestrijden van onrecht en het veroordelen van de ander. Verafschuw de zonde, bemin de zondaar, maar dat terzijde. Dat onrecht is soms nauwelijks meer dan een excuus om de eigen superioriteit te willen etaleren. Begrijpelijk, maar het etaleren van eigen superioriteit is nu juist een kleine ondeugd die men ook zo goed mogelijk verborgen dient te houden. Wie beseft dat de dubbele moraal onvermijdelijk is, begrijpt ook dat de eigen superioriteit een bijzonder wankele constructie is.
 
5. Het aantal massamoordenaars op Nederlandse bodem is bijzonder klein. Iemand die zegt ‘Genocide is echt verwerpelijk’, zal daarom niet snel van een dubbele moraal worden beschuldigd. Afkeer van genocide is tegelijkertijd wat obligaat, een open deur. Moraal is vrijwel altijd een open deur. De dubbele moraal is de gesloten deur die stiekem wordt geopend. Men kan, mits men behendig genoeg is, tevens gebruikmaken van het kattenluikje.
 
6. Ook sommige libertijnen kunnen van een dubbele moraal worden beschuldigd: in het echt blijkt libertijn X zichzelf niets toe te staan. Hij belijdt de onzedelijkheid slechts met zijn mond.