Arnon Grunberg met een korte verhandeling over de transactie.

1. De transactie laat zich ruwweg samenvatten als: voor wat hoort wat. Uw salaris is onderdeel van een transactie, maar transacties bestaan zoals bekend niet alleen uit geld. U geeft me een ei, ik geef u wat suiker. Tussen ouder en kind bestaan allerlei niet-monetaire transacties. Het kind heeft niet om het leven gevraagd, daarom voelen de meeste ouders zich verplicht het kind te verzorgen, er zelfs van te houden. Dat laatste lukt niet altijd en met de verzorging gaat het soms ook mis. Uiteindelijk komt de erfenis: de monetaire transactie of het gebrek eraan.

2. Van voetballers vinden we het doorgaans prachtig dat ze veel verdienen. Daar maakt de transactie deel uit van het positieve imago van de voetballer. Van bankiers vinden we het minder aangenaam dat ze veel verdienen. Daar maakt de transactie deel uit van het negatieve imago (zelfverrijking). Het feit dat Van Gogh zo arm was wordt prachtig gevonden, vooral als men denkt aan de huidige waarde van zijn schilderijen. Ook een transactie: eerst lijden en sterven, dan roem.

3. Als u iemand oppikt en u gaat met diegene naar bed, alles op vrijwillige basis, dan kan de seks als een transactie worden gezien. We kunnen deze transactie ook liefde of lust noemen. Dat vinden mensen prettiger. Daarom mag ook het huwelijk niet als een transactie worden gezien, terwijl het dat stiekem toch is.

4. Het belangeloze, ik doe het voor niets, staat dikwijls in hoog aanzien. Denk aan vrijwilligerswerk. Vriendschap hoort belangeloos te zijn. Die liefde die belangeloos lijkt, vinden wij het mooist. Opofferingsgezindheid wordt als het toppunt van belangeloosheid gezien. De soldaat die sterft voor het vaderland, zo wil de mythe, heeft alle transacties achter zich gelaten. Zijn postume medaille maakt geen deel uit van een transactie, althans dat wil de betrekkelijk in ongerede geraakte mythe ons doen geloven.

5. Het leven bestaat uit kleine en grotere transacties. Schoonheid is veelal het vermommen van die transacties, zie ook 3. De troost die aan schoonheid wordt toegeschreven is de betaling voor de moeite die het kost om het akelige te vermommen.