Landen hebben geen vrienden of vijanden, slechts belangen, zei Henry Kissinger ooit. Moeten we Assad dus in onze armen sluiten? Chris Kijne heeft er bedenkingen bij.

OK: er komen veel vluchtelingen en de PVV staat in de laatste peiling op 34 zetels

Bijna had ik geschreven héél veel vluchtelingen, maar dat is een kwestie van perceptie.

Want zoals de onvermoeibare hoogleraar migratiegeschiedenis @Leolucassen deze week weer eens liet zien was de instroom ten tijde van de Joegoslavische en Afghaanse burgeroorlogen indrukwekkend veel groter:

Ook toen waren de protesten heftig en emotioneel, maar ik heb de indruk dat ons land nog steeds bestaat. Het grootste verschil is, denk ik, dat er toen nog geen PVV was en dat we inmiddels vijftien jaar ‘Islamdebat’ verder zijn. Waardoor - maar dat heb ik niet onderzocht - andere politici nu dus minder ruimte voelen om af en toe eens een zinnig argument in de strijd te werpen.

Maar goed: al is het maar één peiling, die 34 zetels wijzen er op dat de aanwas van asielzoekers uit met name Syrië hier inderdaad voor serieuze problemen kan gaan zorgen. Hoogste tijd dus om ons te verdiepen in de kern van de kwestie: de Syrische burgeroorlog.

En weet u wat: ook zonder de asielzoekers was dat al de hoogste tijd. En dat was het vorig jaar ook al. En twee jaar geleden ook.

Geen oplossing zonder Assad

Enter Vladimir Poetin. De afgelopen week bestendigde hij zijn strategie van de daaraan voorafgaande weken, die een Russische militaire opbouw in Syrië te zien gaven, door voor de Algemene Vergadering van de VN duidelijk te maken: willen jullie een oplossing in Syrië, dan heb je mij nodig. En als je mij neemt, krijg je Assad er gratis bij.

Geen oplossing in Syrië zonder Assad: het is vaker betoogd. Onder meer, van het begin af aan, door de voormalige Nederlandse ambassadeur Nikolaos van Dam, de huidige speciaal gezant van ons land voor Syrië en schrijver van een standaardwerk over de politieke structuur van het land. Een verstandig man.

Dus ik waag me even niet aan de vraag of er, op dit moment, misschien toch eerst tot een akkoord met Assad moet worden gekomen in de strijd tegen IS. IS , overigens, dat niet in de laatste plaats door Assad zelf in het zadel is geholpen. In eerste instantie door zijn steun aan Al Qaida in Irak, de voorloper van IS tijdens de Irak-oorlog. Maar ook en vooral doordat hij aan het begin van de opstand in Syrië de gevangenispoorten openzette voor extreme jihadisten.

Zodat zijn waarschuwing ‘ik of de radicale Islam‘ letterlijk een self fulfilling prophecy werd.

Inmiddels ís het zo ver dat de keus in Syrië op de korte termijn lijkt te gaan tussen Assad en IS of soortgelijken. Dat heeft ook Poetin goed begrepen. En hij was toch al niet van plan zijn laatste bondgenoot in het Midden-Oosten zomaar te offeren, dus tel uit je winst: terug op het wereldpodium als niet te negeren factor en een verkoopargument van jewelste; samen optrekken tegen het islamitisch fundamentalisme.

Er waren mensen die er meteen brood in zagen, zoals Simon Jenkins in The Guardian. Niet alleen dat Poetin de regio veel beter begrijpt dan wij van Het Westen, zegt Simon, Poetin leert ons ook weer dat buitenlandse politiek vooral realistische politiek is. Dat het gaat om belangen, om orde en stabiliteit. En dat fraaie zaken als mensenrechten en andere zogenaamde westerse waarden leuk zijn voor thuis, maar dat het ter plekke vooral gaat om ‘what might work’ en niet om ‘what looks good’.

Het is natuurlijk een parafrase van de superrealist Henri Kissinger, die ooit stelde dat landen geen vrienden of vijanden hebben, maar slechts belangen. En als het belang rust en orde in Syrië is, dan moet Assad misschien maar even onze vriend zijn.

hoge uitzondering

Er valt op allerlei punten op de redenering van Jenkins het nodige af te dingen. Christian Caryll betwijfelt bijvoorbeeld óf Poetins strategie wel zo realistisch is, in de zin van: in het belang van Rusland. En Neil Quilliam heeft vijf argumenten voor de stelling dat zelfs een tijdelijke overeenkomst met Assad geen goed idee is.

Ik vind het op dit moment eerlijk gezegd een te moeilijke vraag. Misschien is het wel nodig in dit stadium, ook om nog een paar jaar bloedvergieten te vermijden. Maar dan bij hoge uitzondering en vooral om er van te leren. Want wat ik wel weet, is dat ik het met de realisten grondig oneens ben dat in de buitenlandse politiek ‘what looks good’ altijd moet wijken voor ‘what works’.

Het gaat er dan natuurlijk om of zoiets als mensenrechten en democratie een uitgangspunt moeten zijn voor buitenlands beleid. En het antwoord van de realisten is: alleen als dat leidt tot iets dat werkt in ons belang.

Maar doe een stapje terug en kijk naar onze politiek ten opzichte van de Arabische wereld sinds de Tweede Wereldoorlog. En ja, die is vrijwel uitsluitend ingefluisterd door ‘ons’ belang - niet in de laatste plaats ons oliebelang. En het leidde tot wat ‘werkte’: het steunen van vrijwel alle dictaturen die ons olie bleven leveren. En nee, dat beleid heeft zelden te maken gehad met het ondersteunen van mensenrechten en democratie.

Ik ben er heilig van overtuigd dat ook de Arabische wereld er nu beter uit had gezien als mensenrechten en democratie al die decennia lang wél ons uitgangspunt waren geweest.