Chris Kijne kijkt in de geest van zijn held John le Carré naar de kwestie Oekraïne.

Ooit had ik het grote voorrecht – een cliché en dus maar al te waar – mijn held John le Carré een uur lang te interviewen voor Tegenlicht

Wat een schrijver. En wat een prettige man.

Dat zijn ongelooflijke charme  vermoedelijk vooral verraadt dat hij erg op zijn vader lijkt -een klassieke con man, even bedreven in het vérleiden als in het misleiden- en dat ik de handgeschreven brief, waarin hij me een week na het gesprek nog eens bedankte en van harte uitnodigde om, zo lang ik maar wilde, te komen logeren in zijn cottage op het platteland , vooral in die context moet lezen: ik negeer de gedachte van harte.

En wat een fijn gesprek. Nadat recensenten zijn einde voorspelden bij het vallen van de Muur, waarmee immers ook zijn favoriete onderwerp, spionage tijdens de Koude Oorlog, zou komen te vervallen, verraste Le Carré om de twee jaar met een boek waarin de Nieuwe Wereldorde al even vilein werd geanalyseerd als de oude.

 Of het nu de misdadige experimenten van de farmaceutische industrie waren in The Constant Gardener, of de in zijn ogen al even misdadige  Irak-oorlog,  in Absolute Friends: het engagement spatte er vanaf; de woede om uitbuiting,  politieke misleiding en vooral de woede om het schaamteloze gedrag van de zogenaamde winnaars van de Koude Oorlog.

fascisme

In het gesprek dat ik met hem had, naar aanleiding van The Mission Song, waarin  een door het westerse bedrijfsleven aangestuurde coup in Congo een omgeving moet creëren die de plundering van dat land door datzelfde bedrijfsleven faciliteert, definiëerde hij zijn nieuwe Nemesis als volgt:

'Mussolini definieerde fascisme ooit als het samengaan van de macht van het kapitaal en de politieke macht. Wat het huidige Amerika betreft kan je daar nog aan toe voegen: de macht van evangelische christenen en de macht van de media. Alles werkt daar samen in de van God gegeven Amerikaanse missie om de grondstoffen van de wereld te beheersen.'

De neo-cons, hij kon ze wel schieten.

Chris Kijne voor Tegenlicht in gesprek met John le Carré.

geen sancties, maar dialoog

Ik moest aan Le Carré denken toen ik onlangs deze uitnodiging in de mailbox kreeg: een middag, zondag 20 maart, waarin de organisatie ‘Oorlog Is Geen Oplossing’ de volgende kwestie wil bespreken:

'Sinds de economische macht van het westen taant, lijkt er steeds meer oorlog in de wereld te zijn. Naarmate die economische macht verschuift naar andere delen van de wereld zet het Westen steeds vaker militaire middelen in om die te verdedigen. Het Associatieverdrag met Oekraïne lijkt in die zin een positieve stap: immers geen oorlog, maar handel en verbetering van de democratie.  Maar niets is minder waar, aldus de organisatoren. Het heeft  juist tot een oorlog geleid en zal de relaties met Rusland verder doen verslechteren. Terwijl de wereld gebaat is bij: ‘Geen sancties, maar dialoog; geen oorlog maar economische samenwerking en verdieping van de contacten tussen de verschillende samenlevingen.’

Aldus ‘Oorlog Is Geen Oplossing’.

'We hebben in een roes van vrije markt-fundamentalisme de kapitalistische honden op het oosten losgelaten – en en passant ook op onszelf.'

Chris Kijne

Associatieverdrag

Ik dacht aan Le Carré omdat die in het gesprek voor Tegenlicht  het grootste verdriet in zijn leven aldus  benoemde: wij, van Het Westen, hebben na de val  van de Muur  de kans laten lopen om samen met het voormalige Oostblok een werkelijk nieuwe wereldorde op te bouwen. Met het beste van twee werelden en inderdaad die ‘economische samenwerking en verdieping van de contacten tussen de verschillende samenlevingen.’

We hebben daarentegen in een roes van vrije markt-fundamentalisme de kapitalistische honden op het oosten losgelaten – en en passant ook op onszelf.

En zo zou je – en ik krijg het vermoeden dat  ‘Oorlog is Geen Oplossing’ dat ook doet – ook naar de kwestie Oekraïne kunnen kijken. Westerse machtspolitiek ten behoeve van westers bedrijfsleven zonder enig oog voor de werkelijke belangen van de mensen ter plaatse. En ondersteund door wapengekletter van de NAVO.

Het is de voornaamste lijn van redeneren van die boeiende coalitie van radicaal-links en radicaal-rechts die tegen het Associatieverdrag is. En toch denk ik dat mijn held slimmer is. Omdat hij, bijvoorbeeld, tijdens ons gesprek ook dit zei: ‘Wanneer wij onze exploitatie van armere landen niet gepaard laten gaan van meer altruïsme, van het werkelijk versterken van de democratie ter plaatse en een notie van eerlijk delen - en dat gebeurt nu niet - zie ik geen enkel verschil tussen globalisering en kolonialisme.'

Nu hoef je je van  het altruïsme van de EU geen overdreven voorstelling te maken; ook Le Carré zal zijn bedenkingen hebben bij de greep die het bedrijfsleven heeft op Brussel. Maar ik hoop dat het ook hem wat ver zou gaan om élke intentie tot het opbouwen van een democratische rechtstaat  à l’ Europe die het Associatieverdrag beoogt, af te doen als kwaadaardige oplichterij. 

En ik weet zeker dat hij ook begrijpt dat Poetin juist het tragische prodúkt is van de kansen die we in de jaren negentig hebben laten liggen. En dus een nogal moeizaam deel van de oplossing.  En hij heeft genoeg over KGB-ers geschreven om juist díens hand te herkennen in de oorlog in Oost-Oekraïne. En hij weet genoeg van échte complotten om te begrijpen dat het apekool is om de hele Maidan-revolutie af te doen als een CIA-complot. En hij weet vast ook dat al die Oekraïners die af willen van hún uitbuiting – die van de corrupte oligarchen-kliek – uiteindelijk meer gebaat zijn bij samenwerking met die verre van perfecte EU dan bij gekoppeld blijven aan de vrijwel perfect- corrupte kliek van Poetin.

Maar och, wat zou ik het hem graag kunnen vragen.