Vrijdag 7 november 2014

'Ik geloof mijn brandstofmeter echt wel en ik weet ook wat verstandig is, en toch kan ik mijn verlangen naar het tankstation niet beteugelen.'


De Greenwheels-auto moet worden achtergelaten met de tank minimaal voor een kwart gevuld. Zo kan de volgende bestuurder op zijn gemak het eerst komende tankstation bereiken. Ik hou niet van tanken, dus altijd als ik start, kijk ik met spanning naar de brandstofmeter in de hoop op een volle tank. Een volle tank rijdt kalmer, de reis wordt een lome, oneindige reis, al gaan we maar naar Amersfoort.

Dit keer is de tank niet helemaal vol, niet een kwart vol, maar bijna leeg. Er is nog één brandend balkje en dat knippert. Ik vloek en het tankstation verandert onmiddellijk van betekenis. Van noodzakelijk kwaad transformeert het tankstation in een oase, een doel dat ik vurig hoop te bereiken.

Nu weet ik dat rustig rijden het minste benzine kost, maar ik wil zo snel mogelijk bij het tankstation zijn. Drie kilometer lang lukt het me niet om kalm te rijden, terwijl ik weet dat het irrationeel en onverstandig is om me te haasten. Hardop instrueer ik mijzelf rustig te rijden en toch stop ik niet voor oranje.

Ik denk aan de marshmallowtest. Een kind wordt alleen gelaten in een ruimte met één marshmallow. Hij kan de marshmallow meteen opeten, of wachten, en dan krijgt hij er later twee. De kinderen zijn gefilmd en je kunt zien hoe ze zich proberen te beheersen. Er wordt aan de marshmallow geroken, er wordt in geknepen, hij wordt zelfs gekust. Er wordt aan gelikt, er worden kleine stukjes van geplukt of hij wordt afgekloven als een appel en weer teruggezet. De jongsten proppen hem enthousiast naar binnen. De onderzoekers wilden met de test iets aantonen over korte- en langetermijndenken en succes in je verdere leven.

Later herhaalden ze de test met onbetrouwbare volwassenen. De kinderen werd eerst tweemaal iets beloofd dat ze niet kregen en toen ze daarna de marshmallowtest deden, aten veel meer kinderen hem onmiddellijk op. Goh. Hiermee wilden de onderzoekers iets aantonen over het opgroeien in een onveilige omgeving en succes in je verdere leven.

Maar hoe zit het met het verlangen dat overal dwars doorheen gaat? Zitten er types tussen die, met de volle wetenschap dat het niet verstandig is, dat ding toch onmiddellijk opeten? Ik geloof mijn brandstofmeter echt wel en ik weet ook wat verstandig is, en toch kan ik mijn verlangen naar het tankstation niet beteugelen.