Column 5 september 2014

In de avond op een verlaten strand in ­België vond ik een katoenen zonnehoedje. Ik nam het mee voor mijn dochter. Pas een week later, toen ik al thuis was, zag ik dat er op het label in het hoedje een telefoonnummer stond en een naam. Iemand was aan dit hoedje gehecht...

In de avond op een verlaten strand in ­België vond ik een katoenen zonnehoedje. Ik nam het mee voor mijn dochter. Pas een week later, toen ik al thuis was, zag ik dat er op het label in het hoedje een telefoonnummer stond en een naam. Iemand was aan dit hoedje gehecht.

Ik belde het nummer en kreeg een voicemail in het Frans. Ik spreek nauwelijks Frans en wist me even geen raad, dus ik hing weer op. Daarna besloot ik terug te bellen en in het ­Nederlands in te spreken, maar nu nam er wel iemand op, precies waar ik bang voor was, ­iemand die doorhad dat ik al voor de tweede keer belde. Ik vroeg aan de mevrouw of ze ­Nederlands sprak. Nee. Of ze Engels sprak. Ook niet. Ik viel stil, maar zei toen toch maar dat ik een hoedje had gevonden. Hoedje. Op het strand. On the beach. A hat.

De vrouw zei dingen die ik niet verstond. Ik wilde niet zomaar weer ophangen en bleef hoed en hat herhalen en strand en beach. Ik hoorde irritatie in haar stem en misschien wel angst. Salut, zei ze nog, terwijl ik doorsprak en ze verbrak de verbinding.

Daar stond ik met mijn telefoon aan mijn oor en mijn goede bedoelingen. Waarschijnlijk had ik haar bang gemaakt. Ik hou er ook niet van als vreemde mensen me twee keer bellen en dingen zeggen die ik niet versta. Hoe moest ik haar uitleggen dat ik niet de vijand was? Nog eens bellen? Ik zou haar alleen maar banger maken. Maar ja, dan moest ze maar niet zomaar haar telefoonnummer ­laten rondslingeren, dan vraag je er ook om. Ik probeerde boos op haar te worden, zodat ik het hoedje lekker zelf kon houden, maar dat lukte niet goed.

Ik vertelde over het hoedje aan een Frans sprekende vriendin.

‘Dan bel ik toch even,’ zei ze. Dat deed ze. ­Precies hetzelfde nummer. Maar het nummer deed het niet meer. Hadden ze na mij een geheim nummer genomen? Werden ze toevallig net gestalked door een engerd uit Nederland en was ik de druppel?

Kent iemand Janne Bossaert uit België? Ze moet tussen de drie en zes jaar oud zijn. Zeg haar dat ik haar hoedje heb, dat met de aardbeitjes, ik wil het haar graag opsturen. Het spijt me als ik haar moeder bang heb gemaakt. Ik bedoel het allemaal niet verkeerd. Salut.