Bij het stoplicht kijkt mijn dochter ineens verschrikt op, dan naar achter en ze zegt: ‘Ik liet iets vallen.’

Ze kijkt er wat verward bij, ze weet niet wat ze heeft laten vallen, maar wel dat ze iets liet vallen. Ik denk aan de kaart die we in het museum hebben gekocht en die ze net vast had. Ik kijk in mijn tas en zie de kaart.

‘Nee, de kaart heb ik,’ zeg ik en we lopen weer door.

Uren later schud ik thuis mijn tas leeg waarin ook haar speelgoed zit, minuscule poppetjes waarmee ze in het museumrestaurant heeft zitten spelen. 

Dan roept mijn dochter: ‘Nu weet ik wat ik heb laten vallen, het groene schoentje!’

Het groene schoentje is een heel klein geval, een schoen met een gezichtje erop.

‘Nee,’ zeg ik, ‘daar heb je tijdens de lunch mee gespeeld, dat was veel eerder.’

‘Ik heb het daarna in het museum de hele tijd vastgehouden,’ zegt ze.

Ik weet meteen dat ze gelijk heeft. Dit soort priegelherinneringen verzin je niet.

Ik ben ook onmiddellijk gegrepen door het beeld van zo’n kleine kindervuist waarin urenlang een heel klein groen plastic schoentje zit opgeborgen. Een middag lang heeft ze de vuist bewust dichtgeknepen tot ze het vergat. Plotseling ontspande haar hand en ze heeft alleen de sensatie van ‘iets-laten-vallen’ meegekregen. Zo gaat dat.

‘Dan ligt het nog bij het stoplicht,’ zeg ik.

Ze schudt haar hoofd. ‘Iemand heeft het meegenomen.’

‘Nee,’ zeg ik, ‘als je niet naar hele kleine groene schoentjes zoekt, dan zie je ze niet, geloof me.’

We trekken snel onze schoenen aan en lopen naar buiten. Het is maar een paar honderd meter bij ons vandaan.

‘En je hebt hem laten vallen bij het stoplicht,’ zeg ik, ‘bij het stoplicht kijken de mensen naar het verkeer, niet naar de grond, het ligt er nog.’ Ik weet het zeker. Normaal gesproken ben ik voorzichtig met beloven dat alles goed komt, maar dit keer is er geen twijfel.

En daar, naast het stoplicht, vlak voor het zebrapad, ligt het kleine groene schoentje. We begroeten het met gejuich. Intens tevreden gaan we terug naar huis.

Belangrijker dan de aanwezigheid van het groene schoentje in ons leven is dat het klopt wat we denken. Zij kent haar geheugen, ik ken de mensen, soms hebben we gewoon heel erg gelijk.