Ik wilde naar een gewone katholieke viering voor de Aswoensdag ergens bij mij in de buurt, en dan graag in de avonduren. Met gewoon bedoel ik natuurlijk: Zoals het in mijn jeugd ging, al ben ik in mijn jeugd maar één keer naar zo’n viering geweest.

Het kwam toen toevallig ter sprake dat het Aswoensdag was en mijn moeder legde het me uit.
‘Krijg je dan echt een kruis op je voorhoofd?’ vroeg ik opgewonden en: ‘Ah toe, gaan we dat doen?’ Dus dat deden we.
Nu wilde ik naar precies zo’n viering. Het moest absoluut helemaal katholiek zijn en anders niet. Uiteindelijk ging ik naar een oecumenische bijeenkomst van vier verschillende kerken waaronder een rooms- katholieke. Waarom een oecumenische? Omdat die viering op het handigste tijdstip was. Zo gaat dat dan.
De kerk zat zo nog behoorlijk vol en ik vond het ineens prachtig dat we met al die stromingen waren. (Zo gaat dat dan.)
Als zelfs de kerken het doen, moet het in de politiek toch ook kunnen, dacht ik nog. Er zijn minstens vijf politieke partijen die van mij mogen fuseren, en dan zouden ze meteen mijn stem krijgen. Al is de kans groot dat ik dan later heimwee krijg en zeg: ‘Maar ik wil zo graag weer gewoon Groen Links stemmen.’
Tijdens de viering werd er gelezen uit het Matteüs-evangelie. Over het goede doen, maar niet om door andere mensen te worden geprezen.
‘… als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet.’
Dat je tegenover anderen niet hoeft te pronken met je eigen goedheid leek me een duidelijke boodschap, maar hoe zit het met het pronken tegenover jezelf?
Natuurlijk weet mijn linker- wat mijn rechterhand doet. Toch?
Was het nou een krakkemikkige uitdrukking of kon ik hem nog anders interpreteren? Kon ik het ook lezen als een aanklacht tegen teveel zelfbewustzijn?
Als altijd kwam nu mijn twijfel. De bijbel is vaak zo raadselachtig en tegenstrijdig dat ik al snel dacht dat ik net zo goed de labels van de pickwickzakjes kon volgen en daar mijn interpretaties op loslaten.
Toch liet ik het Pickwick-evangelie meteen weer varen. Want ik kan er wel flauw over doen en mezelf bespotten, het is duidelijk dat ik meer liefde voel voor het evangelie van Matteüs dan het evangelie van Pickwick.
Zo kwam ik weer terug bij Matteüs en dacht dat het bespotten van jezelf zoiets is als je linkerhand die commentaar geeft op je rechterhand.