Esther Gerritsen vertelt in haar nieuwe column over haar wantrouwen tegenover dingen die snel kapotgaan.

Voor de derde maal moest ik een nieuw fietssleuteltje laten maken, omdat de oude verbogen was en dreigde te breken. Het fietsslot zelf gaat dus al lang mee. Misschien moeten ze betere sleuteltjes maken, maar misschien ook niet, want door die derde nieuwe sleutel besef ik hoe lang het slot meegaat en begin ik iedereen dit fietsslot aan te raden. Hebben ze de sleutels met opzet zo breekbaar gemaakt?

Het slechtst gemaakte product dat ik ken, is de printer. Ik heb er in mijn leven meer versleten dan fietssloten. Mijn printers doen het nooit langer dan twee jaar, zodat ik geen printinkt meer in voorraad bestel, want voor je het weet, moet je weer een nieuw apparaat aanschaffen en passen die cartridges niet meer.

Mijn computers gaan veel langer mee, al vertelt de mijne me nu al een jaar lang elke week dat hij zo verouderd is dat hij essentiële (!) updates niet meer kan uitvoeren. Elke keer antwoord ik weer dat ik ook geen updates hoef, voor zover ik weet werkt alles prima, maar blijkbaar zie ik de essentie over het hoofd, want hij blijft het me zeggen.

Het zal allemaal wel planned obsolescence zijn, geplande veroudering. De term die gebruikt wordt voor producten die ontworpen zijn om snel kapot te gaan of uit de mode te raken. Sinds ik dit begrip ken, kijk ik wantrouwend naar alles wat breekt  en denk ik: ze doen het erom. Achter elke slijtage zit kwade opzet. Maar ook als mijn kind weer een melktand verliest denk ik: geplande veroudering.

De term is allerminst nieuw. In 1932 schreef de Russisch-Amerikaanse makelaar Bernard London een pamflet dat heette: Ending the Depression Through Planned Obsolescence. Gewoon slechtere producten maken om de consument meer te laten consumeren, dat vonden ze toen al een topidee. Het verschil met nu is dat niemand het meer al te enthousiast hardop uitspreekt, laat staan er een wervend pamflet over schrijft. Fabrikanten spreken liever van vernieuwing en verbetering. Volkswagen heeft daar eind jaren vijftig erg grappig de spot mee gedreven. Ze kwamen met een advertentie die een bijna leeg blad liet zien met daaronder de zin: ‘No point in showing the 1962 Volkswagen, it still looks the same.’ Die reclamecampagne kun je natuurlijk zo weer gebruiken, het liefst voor een telefoon die nu eens niet verandert.

Ik zou ook gevoelig zijn voor zo’n advertentie voor fietssloten: ‘Precies hetzelfde slot, maar nu met onverwoestbare sleutel.’

Sommige reclamemakers hebben moeite met het kiezen van hun strategie, ik heb ooit op een pak appeltaartmix zien staan: ‘Grootmoeders recept, nu vernieuwd.’