Esther Gerritsen worstelt met verkeerd geadresseerde post.

Ik heb niets tegen Ulla Popken. Het kledingmerk dat tot aan maat 64 gaat. Dat betekent niet dat ik het leuk vind dat ik elke maand hun enorme catalogus krijg, zo dik als een boek.

Ik vermoed dat het ook niet de bedoeling is dat ik het leuk vind. De catalogus is namelijk geadresseerd aan J. Stom, en dan mijn adres eronder.  Het deed toch even pijn, de eerste keer dat ik dit las. Ik stelde me voor dat iemand mij zo stom vond dat die werkelijk de moeite had genomen mij deze zinloze post te
laten opsturen. Diegene had daar vast enorme pret om gehad. Ik slikte, deed Ulla bij het oud papier en ging verder met mijn bezigheden.

Maar een maand later kreeg mevrouw Stom dus weer zo’n catalogus van Ulla
Popken. Bij de derde catalogus aan mevrouw Stom, dacht ik: misschien heet een van de bovenburen Storm of zo, en is het verkeerd gespeld, dat zal het zijn. En ze zijn vergeten om bij het huisnummer twee- of driehoog te vermelden, natuurlijk. Ik haal me gewoon weer dingen in het hoofd. Dit heeft niets met mij te maken. Dus ik deed Ulla Popken in de gemeenschappelijke brievenbus van de bovenwoningen.

Diezelfde dag nog lag Ulla Popken weer bij mij op de mat. Ook de bovenburen  zijn er van overtuigd dat ik mevrouw Stom ben. De J. is ook al zo goed gekozen, die staat voor mijn tweede naam: Johanna. Johanna Stom.

Om de post aan mevrouw Stom te doen stoppen, zal ik contact op moeten nemen met Ulla Popken en vertellen dat ik niet Stom ben maar Gerritsen. Of ik moet een kruis door de adressering zetten en de catalogus terugsturen.
‘Retour afzender, mevrouw Stom is onbekend.’ Of: ‘Mevrouw Stom is verhuisd.’

Ik deed dat allemaal niet, omdat ik er geen aandacht wilde besteden. Ik was heus niet van slag omdat een mij onbekende medemens de moeite had genomen om mij te laten weten dat ik stom ben. Ik stond daar boven, buiten of naast ... ergens anders, maar wel precies op het adres waar elke maand weer de post voor mevrouw Stom wordt bezorgd.

Wie hou ik voor de gek? Wie het ook is, hij of zij heeft me flink te pakken. Om van Johanna Stom af te komen zal ik de instanties officieel moeten laten weten dat ik niet stom ben.

Meer van Esther Gerritsen