De buik van Winston de teckel kan ik met twee handen omvatten. Hij is wild en zacht tegelijk. Ik ken Winston al langer, maar die ochtend ging ik ineens door mijn knieƫn en probeerde een selfie te maken met Winston.

Dat was heerlijk onmogelijk, want Winston wilde niet tegelijk met mij één kant op kijken. Zijn snuit ging steeds naar mijn gezicht toe om me te kussen zoals alleen een hond kussen kan. Ondertussen kwispelde hij, waardoor dat buikje op en neer ging en ik probeerde hem om te keren, met mijn handen om dat wiebelige buikje. Onmogelijk.

’s Avonds aten we Japans op een terras. Een vriend stopte vlak bij ons met zijn fiets, hij ging een pizza halen bij het restaurant ernaast. We maakten grappen, dat hij niet over de lijn van het terras mocht stappen, want dan was hij een pizzaklant bij de japanner. Dat kon niet. We spraken over de mevrouw van het Japanse restaurant. De vriend zei dat ze altijd zulke leuke kapsels had. Ik knikte, want dat wist ik. Maar ineens realiseerde ik me dat ik geen flauw benul had hoe haar haar zat. Ik herinner me alleen maar dat ik daar ooit met een vriendin zat, die tegen die vrouw zei: ‘Uw haar zit anders, staat leuk,’ en dat die vrouw toen verlegen lachte, en ik alleen maar bang was dat die vrouw zich ongemakkelijk voelde, dat ze onzeker was over haar kapsel, dat ze bang was dat we haar uitlachten. Ja, dat had ik allemaal goed onthouden, dus ik wist dat ze leuk haar had, ik wist alleen niet hoe het eruitzag.

Zo vergeet ik vaak hoe de dingen en de mensen eruitzien en onthoud ik vooral mijn gedachten, maar de buik van Winston vergeet ik dus niet. Hoe die voelt, hoe die beweegt, hoe die ruikt. Wie ik ook niet vergeet, is een andere hond die ik op dezelfde dag zag. Het was een bruine hond. Hij lag op de stoep voor zijn huis op zijn zij te trillen, de ogen halfgesloten. Het baasje zat er rustig op haar hurken bij, haar armen beschermend over hem heen.

‘Is er iets gebeurd?’
‘Hij had een epileptische aanval,’ zei ze. ‘Heeft hij wel vaker, maar hij komt alweer bij.’

Zo aangrijpend, zo’n dier dat geen enkele controle meer heeft over zijn schokkende lijf. Ik werd gelukkig niet afgeleid door de gedachte of die hond zich zou schamen achteraf. Daarom onthoud ik precies hoe die vier trillende pootjes eruitzagen.

Meer van Esther Gerritsen