Esther Gerritsen heeft interessante gesprekken met haar hond.

De hond kreeg ineens brugangst toen ze vijf maanden oud was. Het begon op de Nijlpaardenbrug bij Artis. Dat is een smalle en steile brug. Ze had toch al vele bruggen gezien, maar ineens moest ik haar voorttrekken met haar staart tussen de benen. En na die keer vond ze alle bruggen eng. ‘Wat heb je met haar gedaan?’ vroeg mijn vriend, ‘wat is er gebeurd op die brug?’ ‘Er is niets gebeurd,’ zei ik, ‘dat is het vreemde, de angst was er ineens.’ Dat vond hij moeilijk te geloven. 

Ik zocht een reden: ‘Ik denk dat ze plotseling doorhad dat ze over water liep, dat ze voor het eerst begreep wat een brug was, en toen dacht: daar ga ik mooi niet overheen.’ Nog steeds keek mijn vriend me wantrouwend aan, alsof ik een traumatische hondenervaring aan het verzwijgen was.  ‘Er is NIETS gebeurd,’ zei ik nog eens. Hij leek niet overtuigd. Het was zo’n onzin om mij niet te geloven dat ik het wel moest pareren met tegenonzin. 

Ik zei: ‘Het was gewoon haar plotselinge brugbesef dat ontwaakte, en weet je hoe ik dat zo zeker weet?’ Ik liet een pauze vallen. ‘Omdat zij mij dat zelf heeft verteld.’ Het vreemde was dat mijn vriend genoegen nam met deze toevoeging en erover ophield dat er toch echt iets gebeurd moest zijn. De maand erna bleven we haar over bruggen trekken, elke brug was een uitdaging. 

Ik coachte haar de brug over – ‘Kom op, goed zo, goed zo’ – en aan het eind riep ik steeds: ‘Dappere hond.’ Een kort wandelingetje door de Jordaan werd een groot avontuur. Na een maand was de angst voorbij. Dat was niet vanwege gewenning, maar opnieuw door een plots ontwakend besef. 

Dat zit zo. Onze hond snuffelt graag en loopt gewoonlijk met haar neus zo’n centimeter boven het wegdek. Alleen op die enge bruggen snuffelde ze dus niet op haar gemak rond, maar stak ze haar hoofd omhoog, zich met vier poten schrap zettend. Dan sleepte ik haar die brug op, tot ze daar bovenop stond, en met haar neus in de lucht had ze plots een prachtig uitzicht, heel anders dan wanneer je maar steeds naar het wegdek kijkt. Ook speelde op een dag de wind zo heerlijk met haar oren, terwijl ze de geur van het water opsnoof. Zo besefte ze ineens wat een genot het kan zijn om midden op een brug te staan. Dat weet ik natuurlijk allemaal zo goed, omdat zij mij deze dingen zelf vertelt. 
 

Meer van Esther Gerritsen