Het is prettig dat de troep of de ellende van de een het geluk van de ander kan worden.

Een vriendin die bij mij op bezoek is, kijkt eens goed om zich heen naar de rommel in mijn huis en zegt: ‘Wat heerlijk dat jij de mensen zo ontvangt, ik durf niet eens iemand bij mij thuis uit te nodigen, omdat mijn tuin niet op orde is.’ Ja, dat is inderdaad heerlijk van mij. Al was het nou niet een compliment dat mij deed gloeien van trots. 

Ik dacht aan die keer dat ik zelf zo’n type compliment maakte. 

Toen ik bij een vriendinnetje van mijn dochter was en zij haar vader uitschold, zei ik tegen die man: ‘O, wat fijn dat jouw dochter zich thuis ook gewoon misdraagt.’ Ik had zijn kind bij mij thuis alleen nog maar voorbeeldig meegemaakt. Mijn twijfelachtige compliment leek de vader niet te troosten, hij glimlachte met tegenzin. 

Toch is het prettig dat de troep of de ellende van de een het geluk van de ander kan worden. 

Ik ging laatst op vakantie naar New York met mijn vriend en op de eerste avond kreeg ik een enorme huilbui om iets onbenulligs en riep ik dat Het Ook Nooit ’s Goed Is en Ik Altijd Alles Verkeerd Doe en Nee, Ik Niet Overdrijf en Nee, Ik Niet Zomaar Kan Stoppen Met Huilen en dat ik Ook Wel Weet Dat Er Niets Aan de Hand Is en... Nou ja, emoties. 

Als ik een persoonlijk Instagramaccount had gehad, had ik natuurlijk vrolijke selfies van ons in New York kunnen posten. Maar ik had pas echt iedereen een plezier kunnen doen met een foto van mijn behuilde gezicht, omdat ik doodmoe aangekomen op onze hotelkamer een hysterische fitkreeg over iets totaal onbelangrijks. 

Dan hadden de mensen mijn foto kunnen liken en opgelucht kunnen reageren: ‘Wat fijn dat jij ook zo moe van reizen wordt!’ 

Of nog beter: ‘Wat heerlijk dat jij ook drama maakt om helemaal niets!’ 

Maar het vervelende is dat ik het daarna al snel weer heel erg leuk had, en dat troost natuurlijk helemaal niemand behalve mijzelf. 

Meer van Esther Gerritsen