Ik vond dat ik vaker moest fietsen, ook langere einden. Goed voor mijn conditie.

In plaats van dat dan gewoon te gaan doen, ging ik me verdiepen in de aanschaf van een e-bike. Ik moest wel, nu ik ineens zo ver moest fietsen. Gelukkig besefte ik op tijd dat het voor de conditie weinig zou helpen om een fiets met hulpmotor te kopen. 

Ik ben daar goed in: Iets verzinnen wat goed voor me is, en het dan weer verpesten met een slecht idee dat nog geld kost ook. Aan het eind dus slechter af.

De allereerste keer dat ik probeerde gezonder en ook iets minder te eten, zo’n dertig jaar terug, gebeurde me hetzelfde. In plaats van gewoon iets minder te eten en niet te snoepen begon ik de hele dag door obsessief grote salades te maken. Steeds soeppannen vol salade. Ik at in die tijd meer dan ik ooit gegeten heb. Kostte me nog een hoop tijd en moeite ook.
Het zijn vaak van die zeer eenvoudige problemen, met even eenvoudige oplossingen, die ik complexer maak om zo het probleem uit de weg te gaan, want ik wil niet echt minder snoepen en ik heb gewoon geen zin om te fietsen. Dus ik wil die eenvoudige oplossing ook niet zien. Er is niets aan om gewoon ‘toch maar te gaan fietsen’. 

Toen ben ik mijn banden maar gaan oppompen. Altijd weer een genot om het verschil van goed opgepompte banden te merken. Ik hoor vaak dat vooral vrouwen op zachte banden fietsen. Is dat waar en waarom? Zijn vrouwen te beroerd om hun banden op te pompen? Vinden we het normaal om zwaar te trappen? Misschien stellen we het genot van opgepompte banden uit, tot op het op moment waarop we het echt nodig hebben.

Meer van Esther Gerritsen