Nicolaas keek Zomergasten en ontdekte de feminist in zichzelf.

Ik zit op de bank en kijk met drie vrouwen naar de TV. Zomergasten begint.

Janine Abbring ontvangt Rosanne Hertzberger. Sinds lange tijd zit er een vrouw op de interviewersstoel; ook de eerste gast is een vrouw. Dat is érg lang geleden. Daarom is het ook een van de voornemens van de VPRO: meer ruimte voor jonge en intelligente vrouwen op tv.

Dat dat een mooi streven was, dat begreep ik al wel.

Dat het ook echt belangrijk is, dat minder.

'Aaah, jullie hebben de broek aan,' zeg ik wijzend naar haar jeans. En ik realiseer mij meteen hoe stereotyperend die uitspraak eigenlijk is. Alsof je in een rok meteen aan autoriteit inboet.

De avond voor Zomergasten. Het is 02.00 uur, ik ben ergens in een café in Amsterdam. Ik sta buiten met vrienden en drink een beetje voor me uit. Er komt een vrouw naar buiten.

Ik ben meteen onder de indruk van haar verschijning. Heldere ogen, stevige pas, direct én joviaal. Ze is én vrouwelijk én viriel. Als we samen in het leger zouden zitten, zou zij mijn commandant zijn en zou ik mijn leven voor haar geven.

Nadat ze een vriend van mij gedag zegt, spreekt ze me aan. Vergeef me dat ik niet meer weet hoe we erop komen – ik had al een paar biertjes op – maar het gaat al snel over feminisme.

Ze spreekt perfect Nederlands, maar ze komt uit Noorwegen. Dat is volgens haar een matriarchale maatschappij. ‘Toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten, zei mijn vader tegen mijn vriend: “Je weet wel dat Noorse vrouwen het altijd voor het zeggen hebben, hè!”. Bij ons zijn vrouwen de baas.’

‘Aaah, jullie hebben de broek aan’, zeg ik wijzend naar haar jeans. En ik realiseer mij meteen hoe stereotyperend die uitspraak eigenlijk is. Alsof je in een rok meteen aan macht of autoriteit inboet.

Ze gaat onverstoord verder. Haar vader en moeder hebben haar opgevoed met niet-stereotyperende gendercomplimentjes. Ze kreeg als klein meisje niet te horen dat ze ‘schattig’, lief’ of ‘knap’ was, zoals meisjes vaak horen, maar ze werd gestimuleerd in eigenschappen die in onze maatschappij vaak aan jongens worden toegedicht. Zoals ‘slim’ en ’sterk’. ‘Meisjes zijn altijd mooi. Dat zeg je tegen een jongen niet.’

‘Dat is toch focking idioot’, vindt ze en ik vind dat eigenlijk ook wel, hoewel ik mijzelf ook vaak betrap op stereotyperingen.

Ik had er nog niet eerder zo concreet over nagedacht hoe stom en veelzeggend die dichotomie van kindercomplimentjes eigenlijk is. Hoe diep onze stereotypes ingebakken zijn in onze maatschappij, omdat we in onze jeugd in een culturele mal worden gegoten die voor jongens misschien wel voordeliger is dan voor vrouwen.

‘Het is niemands directe schuld, maar het is wel fout. Mannen houden dit in stand. Maar vrouwen net zo goed,’ voegt de Noorse er aan toe. Ze doelt op de dunne Instagrammeiden, met hun weelderige haren, grote borsten en sexy lippen.

Als je streeft naar validatie van de ander, als je wordt geleerd dat je die krijgt als je cute bent, lief, schattig of mooi, dan is het zo gek niet dat je ervoor zorgt dat je haar danst en je huid mooi straalt. Of dat je jezelf dichtsmeert met make-up.

Waar ik vandaan kom is een homo een man die de kwaliteiten van een man niet heeft. 'Homo' is iets dat je roept naar een man als hij ondermaats presteert op het voetbalveld.

Zo zijn we allemaal het resultaat van wat we in onze jongste jaren hebben geleerd. De Noorse kon zichzelf – dankzij haar opvoeding – makkelijker onttrekken aan het juk van mooi en schattig zijn. Maar de struggle bestaat. Vrouwen die er niet aan voldoen zijn opmerkelijk, juist ook omdat ze dapper zijn.

Ik moet denken aan mijn eigen jeugd. Als homo heb ik zelf ook geworsteld met mannen- en vrouwenstereotyperingen. Ik begaf me in een genderlimboland. Waar ik vandaan kom is een homo een man die de kwaliteiten van een man niet heeft.

‘Homo’ is iets dat je roept naar een man als hij ondermaats presteert op het voetbalveld. Een homo is een mislukte man, omdat hij vrouwelijk zou zijn. Daardoor kan hij niet meekomen met ‘echte’ mannen. Hij is slapper en kwetsbaarder omdat hij vrouwelijk is.

Die ideeën over homoseksualiteit leggen eigenlijk pijnlijk bloot hoe er echt over vrouwelijkheid ten opzichte van mannelijkheid wordt gedacht in onze cultuur.

Janine Abbring ontvangt Rosanne Hertzberger. Sinds lange tijd zit er een vrouw op de interviewersstoel; ook de eerste gast is een vrouw. Dat is erg lang geleden.

Het zijn twee intelligente, sterke en bevlogen vrouwen.

Ik zit op de bank en kijk met drie vriendinnen naar de TV. Zomergasten is bijna ten einde. Ik vraag aan hen of het feit dat hier nu twee vrouwen zaten, voor hen van grote betekenis was. Ze knikken alle drie heel hard van ja.

Gevolgd door een ‘duh’.