Ik zie mijn grootvader van moeders kant vaak in deze stad lopen. Meestal tegen het vallen van de avond. Een keer schreeuwde ik bijna een groet naar de andere kant van het water: hij was het toch echt.

Ik zie mijn grootvader van moeders kant vaak in deze stad lopen. Meestal tegen het vallen van de avond. Een keer schreeuwde ik bijna een groet naar de andere kant van het water: hij was het toch echt. Een psychiater die ik kende, vertelde mij eens dat hij vond dat zijn ouders die al zo lang weg waren wel weer eens terug mochten komen. Het had lang genoeg geduurd, dat weg zijn. Ik maakte er een gedicht over dat ik naar een vriend stuurde die weer een gedicht terugstuurde van zijn vriend Rinus van den Bosch die met hetzelfde probleem kampte: eenvoudig wijkt het groen / daar is mijn oma weer / kom allemaal maar tevoorschijn / we doen het nog een keer.