Twaalf Nederlandse top­gitaristen in Carré. Met een gitaar om hun nek worden deze mannen weer jongetjes.

3Doc: Gitaarjongens
Nederland 3, 20.50-22.10 uur
Gitaarjongens in Carré
Nederland 3, 22.10-23.15 uur

‘Hoe oud een gitarist ook is: als hij zijn gitaar op zijn schoot legt, wordt hij weer een jongen,’ vertelt Erik de Bruyn. Hij regisseerde de documentaire
Gitaarjongens, waarin we zien hoe Henny Vrienten de gelijknamige muziekvoorstelling in Carré voorbereidt (waarvan de registratie direct na de documentaire wordt uitgezonden). Daarvoor nodigde Vrienten twaalf Nederlandse topgitaristen uit, onder wie George Kooymans, Anton Goudsmit, Daniël Lohues en Eelco Gelling. Ook Anne Soldaat is een van de Gitaarjongens. ‘Ik vergeet alles om mij heen als ik speel,’ zegt Soldaat. ‘Misschien maakt dat me op zo’n moment ook jonger: het zorgeloze spelen.’
De Gitaarjongens noemen hun gitaar ‘hem’ of ‘haar’, hebben er een koosnaam voor of zien haar (in het geval van Arthur Ebeling) ‘als een hond die ze af en toe moeten uitlaten’. ‘Je kunt je gitaar fysiek missen,’ vertelt regisseur De Bruyn, die zelf ook sinds zijn veertiende gitaar speelt. ‘Als ik er een week niet op heb gespeeld, moet ik hem even oppakken.’ Soldaat: ‘Laatst haalde ik een oude gitaar na lange tijd weer uit zijn koffer en raakte ik vertederd. Ik dacht: nu weet ik weer waarom ik van je houd.’
‘Het bijzondere aan een gitaar is dat je twee handen gebruikt: de een om te intoneren en de ander om aan te slaan,’ probeert Soldaat zijn liefde te verklaren. ‘Met twee handen kan je het geluid kleuren en manipuleren. Dat geeft de gitaar karakter.’ Minstens zo belangrijk is wie hem bespeelt. Soldaat: ‘Veel gitaristen zijn technisch goed, maar hebben geen eigen stem. Je kunt je unieke persoonlijkheid laten doorstralen met een gitaar, maar je moet jezelf dúrven laten zien. Grafologen kunnen aan een handschrift zien hoe iemand in elkaar zit en zo werkt het ook met gitaarspelen. Speel voor mij gitaar en ik vertel je wie je bent.’

 

Terugkerende vraag in de documentaire: is de gitaar een zegen of een vloek? ‘Jan Rot schreef niet voor niets “God straft wie rocker in Holland wil zijn”,’ verklaart De Bruyn. ‘Popmuzikanten krijgen het steeds moeilijker. Daarnaast is het slopend om dag in dag uit je zielenroerselen te laten horen.’ Anne Soldaat zegt de vraag niet helemaal te begrijpen. ‘Natuurlijk is het een zegen. Zonder gitaar weet ik niet wat er van mij gekomen was. Al kan ik me goed voorstellen dat er huwelijken stuklopen omdat een vrouw zegt: die Fender eruit of ik eruit.’
Of gitaarjongens tegenwoordig nog zo gemaakt worden als vroeger, durft Soldaat niet te zeggen. ‘We leven in een andere tijd: we lijden aan continuous partial attention. Vroeger zat ik dagenlang op mijn kamertje, alleen maar te spelen. Tegenwoordig ben ik constant met vier dingen tegelijk bezig: Facebook zeurt aan mijn kop, de televisie lonkt. Al worden er nog altijd echte gitaarjongens geboren hoor: DeWolff’s Pablo van de Poel is daar het levende bewijs van.’
Verdeelde aandacht vormt ook een risico voor Gitaarjongens zelf: de liefde voor het instrument werkt zó aanstekelijk, dat mensen thuis waarschijnlijk nog voor de aftiteling zelf hun gitaar uit de hoek pakken. De Bruyn lacht: ‘Wat mij betreft is het alleen maar goed als kijkers dankzij de documentaire beginnen te tokkelen.’