Dikla Zeidler maakte een film over haar zusje Chamoetal, die twee jaar diende in het Israëlische leger. Daarin vertelt ze ook het verhaal van haar vader. En dat van het dilemma van Israël.

Holland Doc: Mijn zusje, de soldaat
Woensdag, nederland 2, 23.00-23.55 uur

De levens van de zusjes Dikla (28) en Chamoetal (21) Zeidler lijken gespiegeld. Terwijl het gezin, met nog een ouder zusje, van Israël naar Nederland verhuisde toen Dikla acht was, gingen ze in omgekeerde richting toen Chamoetal ongeveer even oud was. Dikla bleef achter in Utrecht waar ze aan haar studie journalistiek begon. Maar waar Nederlandse scholieren worden klaargestoomd voor een studie of vervolgopleiding, gaan ze in Israël eerst in militaire dienst. Meisjes voor twee jaar, jongens een jaar langer. Chamoetal moest ook onder de wapenen en zo ontstond de film Mijn zusje, de soldaat die deze week in Holland Doc wordt uitgezonden.
Volgens Dikla stapte haar zusje weloverwogen in het filmproject. ‘Zoals bijna elk meisje van een jaar of achttien het wel spannend vindt om te worden gefilmd.’
Dikla zag haar zusje zienderogen veranderen tijdens haar periode in het leger. Haar stem werd anders, ze liep trots en stoer over straat en kwam zelfverzekerd over. Dat werd alleen maar sterker toen Chamoetal na haar eerste trainingen werd geselecteerd voor een functie binnen de pr-afdeling. Ze moest officieren voorbereiden op missies in het buitenland en dan vooral op confrontaties met kritische buitenlanders. In die rol was ze zo gefixeerd op de beeldvorming van het leger, dat Chamoetal zich steeds professioneler opstelde tijdens het filmen.
Die houding veranderde net zo snel weer toen haar diensttijd twee jaar later ten einde kwam. Toen kreeg Dikla haar zusje weer terug. Misschien is de band met haar zelfs hechter geworden door het maken van de film, omdat ze haar zo intensief heeft gevolgd.
Anders lag het met Dikla’s vader. Ze vertelt dat het voor haar veel ‘heftiger’ was om met hem over het leger te praten en zijn verhaal te horen. Al filmend werd ze geconfronteerd met zijn persoonlijke verleden en zijn onvrede met de situatie in Israël. Daar was ze van tevoren eigenlijk niet op voorbereid: ‘Ik was verbouwereerd door wat hij me vertelde. Omdat ik het totaal niet had verwacht. Op die momenten was het lastig om mijzelf als filmmaker en als dochter uit elkaar te houden.’

Vuilnisbak
Misschien had Dikla haar vader nooit zo ver gekregen als ze geen camera in handen had gehad. Want voor die tijd liet hij maar weinig los over zijn periode als militair. Toen Chamoetal de eerste keer thuis kwam uit het leger, gaf hij haar praktische tips en adviezen. Over het navigeren in de woestijn en hoe ze tijdens een dagenlange veldtocht zo goed mogelijk haar persoonlijke spullen droog kon houden. Of dat ze haar wapen het beste onder haar bed kon bewaren.
Het eerste gefilmde gesprek met haar vader vond plaats aan de keukentafel. Het verliep stroef en ongemakkelijk en hij moest duidelijk wennen aan de camera. En aan de herhaling van de geschiedenis. Eigenlijk gaf hij alleen antwoord op de vragen van zijn dochter. Zelf had hij ook in het leger gezeten en een paar jaar na zijn dienst werd hij als reservist opgeroepen tijdens de Libanon-oorlog in de jaren tachtig. Dikla Zeidler: ‘Hij maakte deel uit van een artillerie-eenheid en bediende een houwitser. Nee, hij heeft nooit gezien wie hij precies heeft gedood. Man-tot-man-gevechten heeft hij nooit meegemaakt. Een houwitser richt zich op doelen op middelgrote afstand. Zo’n zeventien kilometer. Maar dat hij dodelijke slachtoffers heeft gemaakt, staat vast. Hij probeerde me uit te leggen hoe je dingen kunt doen waar je het eigenlijk niet mee eens bent.’
Een jaar later was hij veel openhartiger. Dat gebeurde toen ze er samen op uittrokken naar locaties in de woestijn waar hij vroeger regelmatig moest oefenen als militair. Dikla maakte nog een grapje over hoeveel mensen hij kon hebben gedood. Een opmerking die ze anders nooit over haar lippen zou hebben gekregen. ‘Daarna wilde hij alles vertellen wat ik wilde weten. Het was alsof ik een vuilnisbak met rotzooi over me heen kreeg.’

Apartheid
Het gesprek kwam op het constante conflict waarin Israël zich bevindt. Burgers wordt gevraagd mee te vechten voor de veiligheid van het land. Of ze het daar mee eens zijn of niet: ‘Mijn vader heeft daar altijd moeite mee gehad. Omdat hij zelf geen enkele keuze had en omdat hij zich realiseerde dat het ook een politieke beslissing is om te blijven vechten. Hij zou een conflict liever op een humane manier oplossen en niet met wapens.’
Later bezochten ze ook Hebron, het door Israël bezette gebied. Daar wilde Dikla haar vader in contact brengen met andere oud-strijders die spijt hebben van hun optreden in de oorlog: ‘We zagen daar hoe mensen naast elkaar leven, onder voortdurende spanning. Hij constateerde dat ze die situatie in Nederland apartheid noemen. Misschien dat de Palestijnen vroeger zijn bloed wel konden drinken, maar eigenlijk wist hij dat niet. Tegelijkertijd kon hij hen niet alleen als slachtoffer zien. De Palestijnen hebben zelf ook angst gezaaid. Zelf vind ik het moeilijk om te bedenken wie het eerst begon met haten.’
Voor Dikla’s vader is de huidige toestand vooral ingewikkeld omdat zijn wortels in Israël liggen. Zijn eigen grootouders behoorden indertijd tot de generatie die de staat Israël oprichtte. Vol idealisme en geloof in een betere wereld, waarin ook voor niet-Joodse medeburgers een plaats zou zijn. Jaren later gaat het haar vader aan het hart dat het huidige Israël alleen in stand kan blijven door een permanente staat van paraatheid. Tolerantie en integratie van andersdenkenden is daarin ver te zoeken. Hij kan niet anders concluderen dan dat zijn land in een vicieuze cirkel terecht is gekomen.

Viewing
In totaal ging Dikla, verspreid over een periode van tweeënhalf jaar, vijf keer op en neer naar Israël om haar zus en familie te filmen. Het resulteerde in ruim zestig uur beeldmateriaal. Met de montage was ze vervolgens nog een paar maanden aan de slag. Bij de editor werd Dikla naar eigen zeggen pas echt geconfronteerd met het verhaal van haar familie. Wat had ze precies gefilmd en hoe zou haar familie reageren? ‘Bovendien had ik Chamoetal van tevoren beloofd dat ze zou kunnen vetoën tijdens de montage.’
De eerste viewing met haar familie staat Dikla nog helder voor de geest. Na afloop zweeg haar vader. Alsof hij de beelden nog een paar keer op zich in moest laten werken. ‘Chamoetal reageerde wel meteen. Ze zei dat ze scènes had gezien die ze zelf eigenlijk niet zo leuk vond maar waarvan ze begreep dat ze belangrijk waren voor de film. Mijn producent was daar diep van onder de indruk. Hij had nog nooit meegemaakt dat iemand zich zo goed in de maker en in de kijker kon verplaatsen.’
Dikla’s moeder, zelf rabbijn en in de film op de achtergrond aanwezig, wist haar gevoel als eerste onder woorden te brengen: ‘Dikla, je hebt ons de dingen misschien wel zo laten zien, zoals we het nog niet aan onszelf durven toe te geven.’