Filmmaker Zhao Qi toont in Fallen City de ravage die een aardbeving achterliet in de Chinese stad Beichuan.

Holland Doc: Fallen City
Nederland 2, 23.00-0.05 uur
Volledig geruïneerde gebouwen en incomplete families naast een rij lege stoelen: met de documentaire Fallen City (2012) maakt regisseur Zhao Qi pijnlijk zichtbaar welke fysieke en mentale sporen een zware aardbeving nalaat. Op 12 mei 2008 werd de Chinese provincie Sinchuan getroffen door een beving met een kracht van 7.8 op de schaal van Richter. Van een aantal steden was niets dan brokstukken over en bijna 90.000 mensen lieten het leven. Een van de meest toegetakelde plekken is het noordelijk gelegen Beichuan, het decor van Qi’s regiedebuut.
In de documentaire zien we hoe overlevenden worstelen met het verlies van hun familieleden. De 14-jarige Hong verloor zijn vader; diens lichaam heeft hij nooit meer kunnen zien. De tiener heeft het moeilijk. ‘Soms weet ik niet wat “thuis” betekent. Voor mij is thuis: mijn moeder en ik. Maar wat als wij elkaar geen geborgenheid kunnen bieden?’ Hong’s schoolprestaties kelderen en hij brengt uren door in het internetcafé. Het vormt een voortdurend twistpunt tussen moeder en zoon en ook grootvader kan er met zijn kop niet bij. ‘Nu lopen er zulke goede docenten rond op school, waarom gebruik je je hersens niet?’
De familie Peng raakte hun dochter van elf en een neefje kwijt. Terwijl de meeste gezinnen in hun omgeving inmiddels weer voorzichtig aan kinderen beginnen, zijn vader en moeder Peng stellig: dat willen ze niet. Het meisje dwaalt nog voortdurend rond in hun gedachten. Haar graf willen ze het liefst zo vaak mogelijk bezoeken, maar dat gaat niet: het oude Beichuan is maar op bepaalde dagen open.
Li Guihua is directrice van het dorp waar overlevenden van de ramp een tijdelijk onderkomen hebben gekregen. Bij de beving kwamen haar dochter, drie zussen en een kleindochter om het leven. De enige die ze nog heeft, is haar hulpbehoevende moeder, die loopt noch praat. ‘Als zij tijdens de ramp was gestorven, zou ik niets meer hebben om voor te leven.’ De waarde van geld ziet Guihua allang niet meer in, vertelt ze. Werken doet ze slechts om de pijn te verdrijven.
Naast de portretten van de overlevenden – die door de prachtige dicht-op-de-huidcinematografie bijzonder indringend zijn – toont filmmaker Qi ook de opbouw van Nieuw-Beichuan, dat 35 kilometer van het oude centrum verrijst. Het immense project kost bijna tien miljard yuan (1,2 miljard euro). Zowel Hong en zijn moeder als Lin Guiha brengen in de documentaire een bezoek aan de nieuwe stad. De directrice is blij met de nieuwbouw, maar heeft ook kritiek. ‘In deze panden zit geen gevoel.’
De komst van de nieuwe stad betekent overigens niet dat het verwoeste oude centrum wordt gesloopt; dat blijft bestaan ter herinnering.