Een jaar lang volgde Bess Kargman de voorbereidingen van zes jonge balletdansers op deelname aan de prestigieuze Youth America Grand Prix.

Het uur van de wolf
Nederland 2, 23.00-0.40 uur

First Position is een balletdocumentaire die niet zozeer over de danskunst gaat, maar vooral de intensieve, uitputtende training laat zien die nodig is om een goede danser te worden. Lees: de beste, want daar gaat het om bij deelname aan de jaarlijkse Youth America Grand Prix, een van de meest prestigieuze balletwedstrijden. Vijfduizend jonge talenten van negen tot negentien jaar uit de hele wereld proberen zich via diverse halve finales te plaatsen voor de beslissende eindstrijd in New York. Een moordende competitie, want veel staat op het spel; dit is de kans om ontdekt te worden door de tientallen professionele balletgezelschappen die hier nieuw talent komen scouten.
De documentaire is opgebouwd volgens het format van programma’s als Jonge mensen op weg naar het concertpodium en X Factor. Zullen de zes hoofdpersonen, die wij kijkers een beetje hebben leren kennen (plus hun ouders, familie, dansleraar, trainer), in de prijzen gaan vallen? Filmmaker Bess Kargman koos zes talentvolle jonge dansers uit diverse werelddelen en met een totaal verschillende achtergrond en volgde hen een jaar lang met de camera in de aanloop naar de finale. Dat levert een onthutsend beeld op van de afmatting, zelfkastijding en gedrevenheid van deze kinderen. En hun ouders. De Japanse tijgermoeder van tienjarige Jules en zijn twee jaar oudere zusje Miko drilt en drijft haar kinderen non-stop tot presteren. Miko is een natuurtalent dat haar anorexia-lijfje in verbluffende mate kan verbuigen. Jules is geen geboren danser, wat zijn moeder niet verkroppen kan. De met zijn Amerikaanse ouders in Italië wonende Aran toont de voetstretcher waarmee hij zijn voeten tot bijna brekens toe strekt, de teenspanner, het pirouetteplankje. Hij vindt het lekker zó hard te werken dat alles pijn doet, zegt de elfjarige, nadat we hebben gezien hoe hij door zijn strenge balletmeester letterlijk in de juiste houding geslagen wordt. De ouders van het Amerikaanse cheerleader-meisje Rebecca (17) hopen op resultaat na hun jarenlange investering in dure lessen, kostuums en spitzen. ‘Het enige wat Rebecca mist is zelfvertrouwen,’ zegt haar danslerares, ‘verder heeft ze alles mee.’ Talentvolle Joan Sebastian (16) uit Colombia daarentegen komt op eigen kracht naar NewYork. Hij mist vooral zijn moeder, maar weet dat er in eigen land geen topcarrière mogelijk is.

Door te kiezen voor het volgen van zwarte ballerina in spe Michaela (14) voert filmmaker Kargman de spanning voor de kijker nog hoger op. Michaela werd als wees in Sierra Leone geadopteerd door een Amerikaans echtpaar. Zij is vastbesloten een balletster te worden, al moet ze daarvoor opboksen tegen de nog steeds bestaande opvatting dat ballet een blanke aangelegenheid is – donkere mensen zouden immers niet de ‘bouw’ hebben voor ballet. Haar adoptiemoeder verft onvermoeibaar alle ‘vleeskleurige’ onderdelen van de balletkostuums donkerbruin. En juist Michaela kampt drie dagen voor de competitie met ondraaglijke pijn in een voet. IJsblokken, intapen, zalven en smeersels, niets helpt: ‘elke sprong doet me pijn’. Wanhoop, desillusie; ‘misschien is dansen niet voor mij’. Dan is het zover: de finale. Het is haar beurt, haar naam wordt afgeroepen, het toneel wacht. En Michaela danst...