Een omvangrijk retrospectief in Berlijn, een biografie, een nieuwe documentaire. Ook postuum intrigerend: kunstenares Meret Oppenheim.

Meret Oppenheim – eine Surrealistin auf eigenen Wegen
Arte, 23.35-0.30 uur

Onlosmakelijk zijn ze met elkaar verbonden. Magritte en Ceci n’est pas une pipe. Picasso en de Guernica. De druipklokken en Dali. Duchamp en zijn fietswiel met krukje. Meret Oppenheim en de in bontjasjes gestoken kop en schotel plus lepel.
Le déjeuner en fourrure wordt het op geestige wijze ontregelende object genoemd, vervaardigd in Parijs in 1936, de tijd waarin de Duits-Zwitserse kunstenares zich bewoog in de surrealistenkringen rond André Breton. Haar beroemdste werk is ook de grote afwezige op het Meret Oppenheim-retrospectief, nog tot 1 december te zien – en te beluisteren – in de Martin Gropius-Bau te Berlijn. Het New Yorkse Museum of Modern Art, dat het artefact ooit aankocht, achtte de kwetsbare sculptuur ongeschikt om de oversteek naar Europa te maken. Zit wat in, het bestaat tenslotte uit porselein en bont (en het koffielepeltje van metaal).
Ze had die in het oog springende lacune beslist gewaardeerd, de vrijgevochten dame die in 1933 als jonge schone in de Man Ray-fotoreeks Érotique voilée tot kunstmuze opsteeg. Tijdens haar leven namelijk wierp dat ontbijt in bont een slagschaduw over alles wat ze maakte. Oppenheim moet zich bij tijd en wijle hebben gevoeld als de muzikant die een imposante en diverse catalogus bij elkaar heeft gecomponeerd, maar wordt achtervolgd door die ene hit van ooit. Ook kunstliefhebbers zijn net gewone mensen.
Gaandeweg verwijderde Oppenheim zich van het surrealisme. Wanneer je echter een tocht onderneemt door haar oeuvre, spreekt uit alles een dromerige vervreemding waarin ernstig en speels elkaar de hand reiken. Vaak gaf ze haar verbeelding vorm met tweedehands spullen: een leven lang struinde ze rommelmarkten, uitdragerijen en wat dies meer zij af.
Dat de in 1985 op 72-jarige leeftijd heengegane Oppenheim meticuleus noteerde wat zij waar aanschafte en maakte, was verdraaid handig voor expositiecurator Heike Eipeldauer, ook present in de Arte-docu Eine Surrealistin auf eigenen Wegen. In hoeverre het beeld van de vrouw in relatie tot haar tijdgenoten klopt, zullen we daarentegen nooit precies weten. Ze orkestreerde van tevoren wat er wanneer met haar geschreven nalatenschap (correspondentie, dagboeken, aantekeningen) moest gebeuren. Daaruit had zij zelf al complete episodes verwijderd. Je zou het haar ultieme creatie kunnen noemen: Meret Oppenheim of De laatste ellips.