De pianobroers Arthur en Lucas Jussen blijven onafscheidelijk, maar ontwikkelen ieder een eigen stijl.

NTR Podium
Nederland 2, 13.00-14.00 uur

Zie ze daar zitten, broederlijk dicht bij elkaar aan het klavier, volledig geconcentreerd op hun spel, af en toe een lieflijke blik uitwisselend. De jonge pianisten Lucas (20) en Arthur (16) Jussen treden al sinds hun kindertijd samen op. Ze volgden lessen bij Maria João Pires en Jan Wijn. Hun carrière raakte al snel in een stroomversnelling. Drie jaar geleden tekenden ze een contract bij Deutsche Grammo­phon. Op dat prestigieuze label brachten de broers een dezer dagen hun nieuwste cd Jeux uit, met werken van Fauré, Poulenc en Ravel voor piano solo en quatre-mains.
Documentairemakers Gijs en Leonard Besseling, ook broers, volgden de Jussens tijdens de opnames in de Kleine Zaal van het Concertgebouw. De jongens praten over de kwaliteit van de vleugel, kort over de muziek en vooral over elkaar. Strikte regieaanwijzingen? Oprecht klinken ze in elk geval. ‘Het fijne is dat we allebei hetzelfde doel voor ogen hebben. Ik ga gewoon mee in de slipstream van Lucas’, zegt Arthur. ‘Als ik klaar ben met school weet ik precies hoe alles gaat verlopen.’
En Lucas wat later: ‘Als ik moest kiezen tussen een carrière of het samenzijn, zou ik niet voor een carrière gaan.’ Ze lijken een Siamese tweeling, maar zijn ook twee zelfstandige mensen met een eigen stijl: Lucas, licht cerebraal, uiterst precies en super geconcentreerd en Arthur, dromerig, compleet ondergedompeld in de wereld van zijn muziek, waarin ze elkaar perfect aanvullen. Voor een scherp oor is het te horen in de korte flarden Fauré en Ravel uit de documentaire, maar meer nog in de aanvullende registratie van Scottish Ballad for Two Pianos van Benjamin Britten, een bezielde uitvoering met de Radio Kamer Filharmonie onder leiding van James MacMillan.
In de komende Vrijdag van Vredenburg spelen Lucas en Arthur de wereldpremière van Together voor twee piano’s, een titel die alleen good old Theo Loevendie voor de jongens kon bedenken.