Pedofielen, aso's en jihadisten; de vier presentatoren van 3Onderzoekt deinzen niet snel terug.

3Onderzoekt
Nederland 3, 21.55-22.30 uur

3Onderzoekt moet actuele, soms controversiële onderwerpen gaan tackelen. Waar komen die items vandaan, Klaas van Kruistum (Checkpoint)?

‘Voor mij beginnen de afleveringen eigenlijk altijd met nieuwsgierigheid. Bijvoorbeeld: hoe zit het eigenlijk met ons verleden in Indonesië? Of: hoe werkt dat dan met die "aso’s" die in containers wonen? Daarna probeer ik mijn mening te vormen en hopelijk zo, dat je als kijker met mij de kans krijgt om dat te doen.’

Hoe onderscheid 3Onderzoekt zich dan van bijvoorbeeld Rambam en Gonzo, Anne-Mar Zwart (Helden en herrieschoppers)?

‘Wij gaan verder. Dat betekent ervaren, in iemands leven duiken en voelen hoe dat is. Zo ben ik in het leven van Victor gedoken. Een Nederlandse jongen, kort geleden bekeerd tot moslim en van de ene op de andere dag vertrokken naar Syrië als jihadist. Wie was hij? Wat voor leven had hij? Ik ga naar zijn woonplaats en probeer uit te zoeken hoe hij moslim is geworden en zo ver is gekomen dat hij op Jihad is gegaan. Voor mij is het je op die manier verdiepen in
iemands leven een verrijking, je krijgt een veel breder beeld.’

Hoe ver gaan jullie echt, Manuel Venderbos (Jong)?

‘In de eerste aflevering onderzoeken we de vraag: Waar moet een door iedereen uitgekotste pedofiel wonen? Om te ervaren hoe het is om als pedofiel in een wijk te leven en te wonen, ben ik – let op: ook een vader van twee kindjes – gaan logeren bij een pedofiel. Subvraag die ik mezelf stelde: zou ik hem als buurman willen hebben. Je duikt zo nog dieper in een onderwerp, komt dichter bij je gasten en het levert spannende televisie op.’

Johan Eikelboom, als verslaggever voor De vijfde dag sta jij vaker achter de camera. Is de participerende presentator de beste manier om een verhaal te vertellen?

‘Ik vind het wel een mooie en aansprekende manier van journalistiek. Zowel om te maken als om naar te kijken. Of dat nu Louis Theroux, Bruce Parry of 3Onderzoekt is. Ik weet niet of het de beste manier is. Het is in ieder geval een heel goede manier: het neemt mij mee als kijker. Ik zie gevoel bij de maker in beeld: boosheid, irritatie, verbaasdheid en betrokkenheid. Het leuke vind ik dat het mij als maker ook meeneemt in een onderwerp. Het is echt anders dan wanneer je achter de camera blijft.’