Een van de belangrijkste exporteurs van internationale televisieformats is Israël, sterk in dramaproducties en creatieve concepten. De hitserie Homeland bijvoorbeeld is gebaseerd op het Hebreeuwse tv-drama Hatufim, ofwel Prisoners of War.

Homeland, de hitserie die Amerika en verre omstreken in zijn greep houdt, lijkt misschien typisch Amerikaans, maar is het niet. De serie is gebaseerd op Prisoners of War, of in het Hebreeuws Hatufim, een dramaserie die in Tel Aviv ontwikkeld werd door de Israëlische scenarioschrijver Gideon Raff. Hatufim werd in 2012 voor het eerst uitgezonden en werd het best gewaardeerde televisiedrama aller tijden in Israël. De serie gaat over twee Israëlische soldaten die zeventien jaar eerder gevangengenomen werden bij een geheime missie in Libanon. Ze worden vrijgelaten na onderhandelingen tussen de Israëlische regering en de gijzelnemers. Uiteindelijk blijkt dat een derde, doodgewaande kameraad in Syrië woont en moslim is geworden. Het verhaal draait vooral om de invloed van de terugkeer van de soldaten op hun familieleven. De serie raakte een snaar in Israël, waar dit soort verhalen niet ongebruikelijk zijn. Maar de aantrekkingskracht is universeel: in veel landen, waaronder Engeland en Scandinavië, wordt de originele Hebreeuwse versie ondertiteld uitgezonden.

In Amerika zag men meteen de potentie. Nog voor Hatufim opgenomen werd, was de serie al verkocht aan 20th Century Fox. Bedenker Raff schreef ook mee aan de Amerikaanse versie, die als Homeland nu wereldwijd succes heeft. Maar Homeland is niet het enige Israëlische format dat het goed doet over de grens. Televisie is een van de belangrijkste exportproducten aan het worden. Israël is nu de belangrijkste importeur van drama in de Verenigde Staten. Dat begon met psychologendrama BeTipul, succesvol in Amerika als In Treatment en in Nederland als In therapie. Van China tot Brazilië kijkt men naar de spelshow Who’s still standing?, waarbij de kandidaat die een quizvraag verkeerd beantwoordt door een valluik in de vloer valt. De realityserie Connected werd bij ons met matig succes door de NCRV uitgezonden, maar is heel populair in bijvoorbeeld India en Finland. Op tv-beurs MIP-tv kwam uit een onderzoek onder driehonderd topmensen uit de televisiewereld dat Israël momenteel het ‘heetste’ land is op formatgebied.

Keshet
De lokale televisiemarkt in Israël is klein en zit nogal vreemd in elkaar. Het land heeft ongeveer acht miljoen inwoners, van wie 75 procent Hebreeuws sprekende Joden. De enige kabeltelevisiezender die goed bekeken wordt, is het commerciële Kanaal 2. Die wordt gedeeld door twee commerciële omroepen: Reshet, dat drie dagen van de week uit mag zenden, en Keshet, dat de overige vier voor zijn rekening neemt. Volgend jaar wisselt dat om. Keshet, de ontwikkelaar van Homeland, is marktleider. Het bedrijf produceert niet alleen voor de eigen zender, maar ontwikkelt zich in hoog tempo tot wereldwijde producent en distributeur van tv-formats. Het opende in het afgelopen jaar productiekantoren in Amerika, Engeland, Canada en Australië. De distributietak heeft meer dan zestig formats in de catalogus.
We skypen met Keren Shahar, hoofd distributie en acquisitie bij Keshet International en hoofd marketing Limor Gott Ronen. Ze zitten samen in een licht kantoor achter het bureau van Shahar en prikken ondertussen een bak salade leeg. Het is lunchtijd in Tel Aviv, en ze hebben het razend druk. ‘Elke werkdag is weer anders,’ zegt Shahar. ‘Ik ben verantwoordelijk voor onze internationale distributie en ik ben constant in gesprek met het team dat de programma’s ontwikkelt. Dat is mijn favoriete onderdeel van het werk, ik ben graag betrokken bij het creatieve proces.’ Limor onderbreekt: ‘Keren is te bescheiden om het te zeggen, maar ze is vorig jaar uitgeroepen tot een van de 25 machtigste vrouwen in de internationale tv-wereld.’
‘Allemaal dankzij Limor,’ wuift Shahar dat weg, en gaat snel verder met het beschrijven van haar bedrijf. ‘We zenden, op een paar aangekochte sitcoms na, alleen lokale producties uit. Ons tv-kanaal kent wel buitenlandse formats, zoals Big Brother, Masterchef, Cash cab en Jouw vrouw, mijn vrouw. Maar vanwege onze internationale activiteiten ontwikkelen we steeds meer formats zelf, waarbij we samenwerken met lokale producenten. Ons kanaal hier in Israël is dus eigenlijk een platform om formats uit te proberen en te testen.’

Innovatie
Israël heeft pas sinds 1993 commerciële televisie, en de rest van de wereld maakte pas kort geleden kennis met Israëlische programma’s. ‘We zijn als formatexporteurs al sinds 2001 al actief met The Vault,’ zegt Shahar. Dat spel kennen wij in Nederland als Kies de kluis en was te zien bij de Tros. ‘Maar de afgelopen vier tot vijf jaar zijn we heel hard gegroeid. Onze claim to fame is Homeland, maar we waren al actief op de markt.’
Gerard Timmer, vertrekkend directeur televisieprogrammering bij de Nederlandse Publieke Omroep, houdt Israël ook al een tijd nauwlettend in de gaten. ‘De laatste drie tot vijf jaar heeft de Israëlische formatmarkt echt een vlucht genomen,’ zegt hij. ‘Hun formats vallen gewoon op.’ Net als alle belangrijke figuren in de tv-wereld gaat hij elk najaar naar televisie- en entertainmentbeurs Mipcom in Cannes. ‘Het is niet zo dat zodra de beurs opengaat, iedereen naar de stand van Israël rent. Maar als ik hoor dat iets uit Israël komt, let ik extra op. De markt is daar extra in beweging en er is veel creativiteit en innovatie. Verhalen vertellen zit in hun cultuur. Typisch voor Israëlische programma’s is dat ze buiten de gangbare arena’s treden. Ze komen niet met de zoveelste ziekenhuis- of politieserie. Ze kiezen voor een heel nieuwe omgeving om het verhaal te vertellen, zoals bijvoorbeeld bij Homeland. Ook zoeken ze steeds naar nieuwe vertelvormen, daar is In therapie dan weer een mooi voorbeeld van.’

Creatief
Vroeger was het: oké, In Treatment kreeg heel goede kritieken, maar hoeveel mensen keken er nu eigenlijk naar?,’ zei Gideon Raff tegen de website Indiewire. ‘Nu kun je geen twee woorden in het Hebreeuws schrijven zonder dat iemand het oppakt en roept: “Kan dit een tv-format worden?” Best apart.’
Een van de mensen die daar garen bij spinnen is Avi Armoza, oprichter en directeur van Armoza Formats, een Israëlisch bedrijf dat wereldwijd formats verhandelt. Hij verkocht Connected aan twaalf landen en heeft nu veel succes met I can do that!, een typische zaterdagavondshow voor de hele familie, waarin beroemdheden op een soort Wedden dat?-manier uitdagingen aangaan. Hij lanceerde het idee op Mipcom en verkocht het al aan vijftien landen, waaronder Frankrijk, Duitsland, China en Australië. ‘Israël is zeer creatief en dat zien we niet alleen in de televisie-industrie,’ mailt hij. ‘Israël staat bekend als start-up natie, we zijn ook voorlopers op het gebied van hightech en gezondheidszorg. Het succes van onze formats heeft gezorgd voor een sneeuwbaleffect. Elk succes helpt het volgende format op weg, omdat zenders er steeds meer vertrouwen in hebben dat Israëlische formats het goed doen.’

Wildvreemden
Ook op de Nederlandse markt dringen zijn formats door. ‘Ons format Couch Diaries was zo’n succes in de experimentenweek TVlab dat er een heel seizoen van komt.’ Ik kom bij je slapen is gebaseerd op couch surfing, waarbij wildvreemden bij elkaar komen logeren. In Nederland deed Manuel Venderbos dat voor de EO. ‘How to be, ons interviewprogramma met een twist, deed het ook goed bij TVlab,’ gaat hij verder. Dat was MRI – Martine & Remko infiltreren, met Martine Sandifort en Remko Vrijdag. Zij proberen na een uitvoerige research de geïnterviewde als het ware te worden. Na een complete uiterlijke metamorfose interviewt de hoofdpersoon uiteindelijk zichzelf. ‘Daarnaast werken we samen met SBS aan realityprogramma The Gran Plan, een coachingsprogramma. Drie pittige en vastberaden oma’s helpen daarin jonge mensen met problemen als liefdesverdriet en verslavingen.’
Armoza weet het succes van Israëlische formats goed te verklaren. ‘Er zijn twee hoofdredenen. Ten eerste hebben Israëliers geen moeite met het nemen van risico. We kunnen goed in onzekerheid leven. In de format­wereld weet je nooit honderd procent zeker of een programma aan zal slaan. Je op je gemak voelen in een onzekere situatie helpt bij het nemen van de risico’s die nodig zijn om een succesvol format te ontwikkelen.’
‘De tweede succesfactor heeft vooral te maken met de Israëlische dramaseries,’ aldus Armoza. ‘Die gaan over normale mensen, die een groter maatschappelijk of nationaal drama overkomt. Dat spreekt veel mensen aan. Een voorbeeld is onze nieuwe serie Hostages, die gaat over een gewone familie die met een onmogelijk dilemma te maken krijgt.’

Bloedstollend
Gerard Timmer heeft die serie al gezien en noemt hem ‘retespannend’. ‘Hij gaat over een chirurg die een routineoperatie moet uitvoeren op de president. Maar dan wordt zijn gezin gegijzeld. Om zijn vrouw en kinderen levend terug te zien, moet hij de president laten sterven op de operatietafel. Bloedstollend.’
‘We hebben heel sterk binnenlands drama de laatste jaren,’ zegt ook Keren Shahar van omroep- en distributiebedrijf Keshet. ‘Bijvoorbeeld de serie The A-Word, over een familie met een autistisch kind. Fijn voor ons als kijkers, maar een kwaliteitsproductie verkoopt ook beter; je hebt een betere tape om te laten zien aan het buitenland.’ 
Net 5 jaar vanaf 1 januari de Amerikaanse versie van Hostages uitzenden, met daarin onder anderen Toni Collette.
Keshet heeft in de VS zeven dramaproducties lopen gebaseerd zijn op een Israëlisch format, en er zijn er nog meer in ontwikkeling. Daaronder bijvoorbeeld Midnight Sun, de remake van de complotthriller Rookzuilen, die zich afspeelt in een kibboetsgemeenschap. Julia Stiles speelt de hoofdrol in de serie, die beschreven wordt als ‘Twin Peaks meets Northern Exposure meets Lost’.
Ook Shahar denkt dat Israël het tv-succes deels aan de volksaard te danken heeft. ‘We zijn van nature early adopters. De meeste Israëliërs hebben meer dan één mobiel apparaat, zoals een smartphone of tablet. We waren een van de eerste landen waar video on demand beschikbaar was. Het Israëlische publiek raakt snel verveeld. Ze willen vermaakt worden en verwachten steeds weer vernieuwing. We hebben vijf seizoenen van Big Brother gehad, en elk seizoen was weer helemaal anders. Dat houdt ons scherp. Bovendien geeft de directie veel creatieve vrijheid aan schrijvers en programma-ontwikkelaars. Dat zie je niet in andere landen. Er heerst een open sfeer en samenwerking wordt toegejuicht.’

Hatufim

Ook Nederland doet het goed in de internationale formatwereld. Als klein landje exporteren we wereldwijd bekende formats als Deal or no deal en Big Brother, en met Eyeworks en Endemol zijn we de bakermat van twee van de belangrijkste internationale televisiefirma’s. ‘Nederland staat al langer bekend om zijn creatieve formats,’ zegt Timmer. ‘Dat komt doordat we veel kanalen hebben, dus veel concurrentie om de kijker. In Israël zie je juist het omgekeerde. Daar is de lokale markt te klein en moeten ze dus buiten de bestaande kaders denken. Bij het ontwikkelen van een format denken producenten meteen al aan het buitenland.’
‘Er is ook een banale reden: wij produceren heel efficiënt,’ zegt Shahar. ‘Engeland, Amerika, Frankrijk en Duitsland produceren allemaal veel meer programma’s. We kunnen niet van alles uitproberen en behouden wat scoort, daar hebben we geen geld voor. We maken bijvoorbeeld bijna nooit pilots. Wij moeten het meteen goed doen. Als iets uitgezonden wordt, is het al uitgebreid getest en bijgeschaafd.’

Het volgende succes uit Israël dient zich alweer aan: de talentenjacht Rising Star. Een beginnend artiest treedt daarbij op voor een wand met beeldschermen. Daarachter zit de jury en weer daarachter het publiek. De kijker in de huiskamer bepaalt via sociale media of het scherm omhoog gaat. ‘Het is een doorontwikkeling op The Voice,’ zegt Timmer. ‘Je moet het zien, maar ik denk dat het veel mensen aanspreekt. Ik verwacht dat we deze show wel bij een Nederlandse commerciële omroep te zien zullen krijgen. Ik vind het knap dat je zo’n thema toch weer op een vernieuwende manier aan weet te pakken. Als ze zo door blijven gaan en blijven vernieuwen, kunnen ze deze positie lang vasthouden.’
Rising Star was het meest besproken format op de afgelopen MIPCOM,’ zegt Shahar. ‘Dat gaat erg goed. We blijven onze internationale activiteiten uitbreiden. We richten ons nu bijvoorbeeld op Azië. Dat is een nieuw gebied voor ons, dus we werken veel samen met lokale producenten om te zorgen dat we onze programma’s aanpassen aan de cultuur, zonder dat de basiselementen verloren gaan.’
‘De Israëlische trend is nog jong en ik denk dat de groei alleen maar sneller zal gaan. Onze jonge en krappe markt werkt in ons voordeel,’ zegt Armoza. ‘Omroepen en producenten zoeken nu actief naar Israëlische formats, dus de markt blijft in volle vaart vooruit gaan.’