Het moest een voetbalfilm worden, maar eenmaal in Rwanda vond filmmaker Joris Postema een ander verhaal.

2Doc: FC Rwanda
Dinsdag, Nederland 2, 23.00-0.00 uur

Een Nederlandse oud-voetballer die naar Rwanda vertrekt om daar voetbalclub APR FC te trainen. Dat klinkt als een interessant verhaal, dacht filmmaker en voetballiefhebber Joris Postema. En dus reisde hij vier jaar geleden oud az-speler Eric te Paske achterna. De interesse versoberde toen de filmmaker een kerkje vlakbij de hoofdstad Kigali bezocht. Een vrouw met een groot litteken op haar hoofd leidde hem er rond. Ze toonde Postema de opgestapelde botten en schedels, een lugubere herinnering aan de genocide uit 1994 toen in minder dan honderd dagen radicale Hutu’s driekwart van de Tutsi-minderheid uitroeiden. De vrouw verloor nagenoeg haar hele familie. Postema vroeg zich af waar de daders waren. Ze legde uit dat een enkeling in de gevangenis zat, of onlangs was vrijgekomen. Maar de meesten komt ze dagelijks tegen op de markt of in haar straat. Verbijsterd vroeg Postema of ze dat niet moeilijk vond. Ze antwoordde slechts ‘ja’. Meer woorden maakte ze er niet aan vuil. Over de genocide praat je niet.

De filmmaker besloot om de focus van zijn film te verleggen naar de vraag hoe het kan dat Rwanda het naar de buitenwereld doet voorkomen alsof het land volkomen verzoend is. Daarvoor bleef Postema wel op het voetbalveld, want in het zeer autocratische Rwanda, waar het wettelijk verboden is over de genocide te praten, ga je niet zomaar de straat op om mensen naar het verleden te vragen. Het lukt hem om in de prachtig gedraaide documentaire FC Rwanda (première Idfa 2013) via spelers uit het APR-team, dat zowel uit Hutu’s als Tutsi’s bestaat, en een kritische filosoof door de barsten in die Rwandese verzoeningsretoriek te kijken.
‘Twintig jaar geleden heeft Rwanda onder het totalitaire bestuur van Tutsi-president Kagame en zijn Rwandees Patriottische Front (RPF) besloten de waarheid te verstoppen,’ licht de Antwerpse hoogleraar Filip Reyntjens toe. ‘Na de machtsovername begon het RPF het politieke landschap volledig af te sluiten. Minstens honderdduizend burgers zijn sindsdien vermoord. Het land is doorspekt van structureel geweld, wrok, woede, en gevoel van marginalisering vertaald in etniciteit: de Hutu-meerderheid, 85 tot negentig procent van de bevolking, voelt zich minder door de “tutsificatie” van het systeem, waarbij leger, justitie, politiek en diplomatie in handen zijn van Tutsi’s. Voetbal speelt een belangrijke rol in Afrika. APR FC is een legerploeg, en daarmee een ideale vorm van machtsuitoefening. Het leger beweert het leger van het volk te zijn, maar dat is natuurlijk onzin, want het RPF heeft het leger van de Hutu’s immers verslagen. Rayon Sports, de tweede voetbalclub van het land, die eveneens etnisch gemengd is, is veel populairder onder de bevolking. Postema brengt een wedstrijd tussen de twee clubs mooi in beeld. Het is interessant om te onderzoeken wie nu precies de supporters van Rayon zijn. Want wellicht grijpen de supporters de wedstrijd aan als verdoken middel om aan politiek te doen. Iets wat kennelijk alleen op en rond het veld kan.’
Trainer Te Paske overigens hield Rwanda al snel voor gezien, om voetbaltechnische redenen.