Dick Berlijn bekeek Dirty Wars, over de wandaden van Amerikaanse speciale commando’s, ‘praktijken die absoluut niet voorkomen in Nederland’.

2Doc: Dirty Wars
Nederland 2, 21.50-23.15 uur 

De Amerikaanse onderzoeksjournalist Jeremy Scahill deed in 2007 met zijn publicatie over de zogenaamde Blackwater-affaire een boekje open over het buitensporige geweld dat private veiligheidseenheden, ingehuurd door het Amerikaanse leger, toepasten in Irak. Afgelopen jaar realiseerde Scahill de documentaire Dirty Wars. En ook ditmaal toont de journalist de ‘achterkant’ van het Amerikaanse leger. In 2010 gaat de journalist in Afghanistan op onderzoek uit nadat hij hoort over een Amerikaanse inval waarbij een aantal (vrouwelijke) gezinsleden tijdens een huisfeest in een provinciedorpje zijn doodgeschoten. Het blijkt dat de Amerikaanse Joint Special Operation Command (JSOC) verantwoordelijk is. En dat JSOC probeerde het verhaal te verdoezelen, onder meer door de kogels uit de lijken te verwijderen. Bovendien ontdekt Scahill dat JSOC niet alleen in Afghanistan en Irak opereert, maar ook in niet-oorlogsgebieden zoals Jemen, Somalië en tientallen andere landen in de wereld. Via interviews, foto -en videomateriaal – en een JSOC-klokkenluider – belicht Scahill de wereld die schuilt achter deze speciale commando-eenheid. Een wereld waarin Amerikaanse burgers op dodenlijsten staan, kruisraketten op dorpen worden afgevuurd, en waarin wordt samengewerkt met dubieuze warlords in de strijd tegen militante jihadisten.

Oud-Commandant der Strijdkrachten Dick Berlijn bekeek de documentaire op ons verzoek en geeft commentaar:
‘Ik ben niet geschokt over het bestaan van speciale eenheden als JSOC. Elke krijgsmacht heeft speciale commando-eenheden. Bovendien wordt in de mondiale strijd tegen terrorisme een ander type oorlog gevoerd; zo zijn er geheime operaties waarin speciale eenheden kopstukken van opstandelingen uitschakelen. Deze nieuwe omstandigheden dwingen overheden, ook de Nederlandse, om anders te handelen dan in een conventionele oorlog. Belangrijker is de vraag wat zo’n commando doet en onder welke controle het staat. In een democratische rechtsstaat bepaalt de regering namelijk hoe geweld wordt gebruikt. De overheid moet daar in grote mate transparant over zijn, tenzij het militairen in gevaar brengt. En de regering moet daarover, ook als het achteraf misgaat, verantwoording kunnen afleggen. De documentaire schetst een beeld van een eenheid, JSOC, die zijn eigen oorlogje voert. Als dat beeld klopt, vind ik dat erg schokkend. Het tegengeluid van de Amerikaanse overheid komt niet aan bod. De filmmaker laat zien dat Amerikaanse politici niet thuis geven. Dat vind ik teleurstellend. Niet alleen omdat de andere kant van het verhaal dan ontbreekt, het is ook de taak van de Amerikaanse overheid om het beeld dat over het leger is ontstaan te weerleggen of te verhelderen. Speciale commando’s moeten zich daarnaast aan geweldinstructies houden, dus geen rare verdoezelingspraktijken, waar Scahill JSOC van beschuldigt. Of burgers die door de eigen overheid worden omgebracht, zoals de filmmaker beweert met de zogenaamde dodenlijsten. Dat zijn praktijken die absoluut niet voorkomen in Nederland.’

Jeremy Scahill (3de v.l.) in Afghanistan voor zijn wereldwijde onderzoek naar de geheimzinnige en machtige Joint Special Operations Command (JSOC)