Zoro Feigl maakt spectaculaire kunst. ‘Soms zeggen ingenieurs: dit gaat helemaal niet werken.’

Nooit meer slapen
Radio 1, 0.00-2.00 uur

Zijn naam klinkt als een bizar romanpersonage, hij heeft de looks van een rockster en zijn kunstwerken zijn spectaculaire installaties. Dan komt hij ook nog eens uit een illustere kunstenaarsfamilie – vader Franz Feigl (1958-2001) wilde bij wijze van kunstproject zijn eigen lichaam na zijn dood laten opeten, moeder Ine Poppe is filmmaker en baarde opzien door van haar moedermelk kaas te maken. De dertigjarige kunstenaarFranz Ferdinand Zoroaster Feigl, beter bekend als Zoro Feigl, is vanavond hoofdgast bij cultuurprogramma Nooit meer slapen.
Is jouw kunst een beetje uitlegbaar op de radio?
‘Ik druk me natuurlijk het liefst beeldend uit, maar ik vind het ook leuk om te vertellen over mijn werk. Het is vaak best random hoe het ontstaat. Coiled bijvoorbeeld, een werk van bewegende plastic buizen, begon ermee dat ik stratenmakers zag die in de knoop raakten met allemaal kabels. Uiteindelijk gaat al mijn werk over de worsteling tussen machine en materie. Ik weet meestal pas bij de definitieve uitvoering hoe het echt gaat worden. Dat vind ik ook juist wel de lol. Soms zeggen ingenieurs me: dit gaat helemaal niet werken. En dan werkt het toch, via een omweg. Omdat ik zelf geen techneut ben, bereik ik onverwachte effecten.’
Heb je het gevoel dat je in de voetsporen van je vader treedt?
‘Nee, daar ben ik helemaal niet mee bezig. Maar je familie heeft natuurlijk invloed; ik vind het ook fijn dat ik met mijn moeder zo goed over mijn werk kan praten.
Als kind vond ik kunst onzin, ik wilde er niks mee te maken hebben. Architect of vormgever wilde ik worden, totdat ik merkte dat ik het meeste plezier beleef aan nutteloze ontwerpen... Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.’
Ben jij eigenlijk een radioluisteraar?

‘Ik luister vooral podcasts over wetenschap, zoals Radiolab, You Are Not So Smart en 99% Invisible. Maar Nooit meer slapen ken ik ook wel. Zelf ben ik trouwens een heel makkelijke slaper; ik kan het zelfs staand als het moet.’