De Fifa-wereldbeker kan ons gestolen worden.

Achter de bal
Canvas, 21.10-21.40 uur
De wereldbeker die Duitsland twee weken geleden veroverde kende een voorganger in de Jules Rimet Cup, die van 1930 (Uruguay) tot 1970 (Brazilië) aan de winnaar van het wk voetbal werd uitgereikt. De trofee is vernoemd naar Fifa-voorzitter Rimet, de bedenker van het toernooi. De 35 centimeter hoge, met goud beklede en 3,8 kilo wegende beker wordt gedragen door de gevleugelde Nike, de Griekse godin van de overwinning. Het ding heeft heel wat meegemaakt, en niet alleen omdat het al zo’n twintig keer door euforische spelers en trainers in triomf aan miljoenen toeschouwers op de tribunes en voor de buis is getoond. Mysteries of the Rimet Trophy van Brett Ratner, de eerste van vier documentaires met merkwaardige verhalen uit de voetbalwereld die door Canvas onder de noemer Achter de bal worden uitgezonden, doet de merkwaardige geschiedenis van dit kleinood uit de doeken.
Omdat de nazi’s het niet konden verkroppen dat Duitsland op het wk van 1938 (winnaar: Italië) was verslagen, wilden ze de Italianen de Rimet Cup – in 1942 en 1946 ging het wk voetbal overigens niet door – afhandig maken. Die werd eerst in een Romeinse bankkluis weggeborgen en vervolgens door Fifa-vicevoorzitter Barassi stiekem mee naar huis genomen. Toch kregen de nazi’s er lucht van, maar bij huiszoeking zagen ze de schoenendoos met daarin de cup onder het bed van Barassi over het hoofd.
Het was niet de enige keer dat de cup werd ontvreemd. Toen de Engelsen het wk van 1966 organiseerden, arriveerde de cup al in januari in Londen om te worden tentoongesteld in Westminster Central Hall, waar hij werd gestolen. 15000 pond losgeld werd geëist, anders zou de voor 30.000 pond verzekerde cup worden omgesmolten. Zeven dagen later werd de in kranten gewikkelde cup in Zuid-Londen ontdekt door de hond van een wandelaar. Heel de natie leefde mee en hond Pickles verscheen op tv en acteerde in een paar speelfilms. De zaak werd niet opgelost, maar het toernooi kon doorgaan. De Britse voetbalbond liet van de cup een replica maken, die in 1995 voor een kwart miljoen pond door de Fifa werd aangekocht.
Toen Brazilië in 1970 voor de derde maal wereldkampioen werd, mochten ze de cup houden. Die werd in 1983 gestolen uit het kantoor van de Braziliaanse bond en is nooit teruggevonden. Ook hier werd toen maar een replica gemaakt.

Overigens moest kersverse wereldkampioen Duitsland de wereldbeker na de finale weer inleveren; het origineel – er zit vijf kilo goud in, waarde onbekend – wordt bewaard in het Fifa-hoofdkantoor in Zürich, alwaar nog geen poging tot diefstal gedaan is. Duitsland kreeg een replica mee naar huis, die evengoed 100.000 euro waard is. De Duitse voetbalbond moet het geval dus goed opbergen.